Samenvatting - verschenen in Vilt op 7 juli 2011

In 2010 ging er 128 miljoen euro overheidsgeld naar het programma voor plattelandsontwikkeling. Zowel de Europese Commissie als Vlaanderen cofinancieren deze uitgaven. Tijdens de eerste vier jaren van PDPO II, dat loopt van 2007 tot 2013, werd 426,7 miljoen euro of 60 procent van het geplande totaalbudget gespendeerd, zo blijkt uit het PDPO-jaarverslag van het Departement Landbouw en Visserij.

In 2010 heeft Vlaanderen voor het eerst uitgaven gedaan in het kader van het Health Check-programma en het Economisch Herstelplan. Europa trok met beide programma’s extra middelen uit voor de volgende prioriteiten: hernieuwbare energie, klimaat, waterbeheer, biodiversiteit en herstructurering van de zuivelsector. In totaal ging daar vorig jaar 10,3 miljoen euro overheidssteun naartoe. Daarvan was 53 procent bestemd voor agromilieumaatregelen, 34 procent voor VLIF-steun voor diversificatie-investeringen en 13 procent voor VLIF-steun voor de modernisering van landbouwbedrijven.

Van de totale overheidsuitgaven in het kader van PDPO in 2010 ging 69 procent naar as 1 voor de verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector, 17 procent naar as 2 voor de verbetering van het milieu en het platteland, 9 procent naar as 3 voor de verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie en 5 procent naar as 4 voor financiering van lokale en regionale initiatieven via Leader.

In 2010 werden voor de maatregelen ‘vestiging van jonge landbouwers’ en ‘modernisering van landbouwbedrijven’ respectievelijk 126 vestigingsdossiers en 2.310 moderniseringsdossiers goedgekeurd. Voor eerder goedgekeurde dossiers werd vorig jaar respectievelijk 9,5 miljoen euro (vestigingssteun) en 70,1 miljoen euro (investeringssteun) uitbetaald.

Binnen as 1 was ook een belangrijk deel van het budget (4,8%) bestemd voor opleidingen. Er werden vooral cursussen, korte vormingssessies en demoprojecten georganiseerd rond management/marketing, ICT en landschapsbehoud/milieubescherming. In totaal hebben 5.598 land- of tuinbouwers in 2010 één of meerdere cursussen of stages gevolgd. Aan de 3.326 unieke deelnemers werden 4.770 diploma’s en getuigschriften uitgereikt. De demoprojecten konden vorig jaar rekenen op 24.336 geïnteresseerden.

Binnen de tweede as ging 97 procent van de uitgaven naar agromilieumaatregelen. Dat houdt in dat vorig jaar zo’n 20,78 miljoen euro agromilieusteun werd uitbetaald. 54 procent van die steun ging naar de beheerovereenkomst Water en 12 procent was bestemd voor de verbintenissen ‘vlinderbloemigen’ In 2010 hebben 8.520 unieke begunstigden één of meerdere agromilieumaatregelen uitgevoerd. Er liepen 11.391 agromilieucontracten, samen goed voor een areaal van 61.133 ha.

Zo’n 61 procent (7,4 miljoen euro) van de uitgaven binnen as 3 was bestemd voor de maatregel ‘investeringen met betrekking tot diversificatie van landbouwbedrijven’. 281 nieuwe dossiers kregen de goedkeuring van het VLIF. Zowel uit het aantal dossiers als uit de subsidiabele investeringskost blijkt dat investeringen in hernieuwbare energie veruit de belangrijkste vorm van diversificatie zijn. In het kader van de gebiedsgerichte werking van as 3 werden in 2010 33 nieuwe projecten goedgekeurd. Daarmee komt het totale aantal goedgekeurde projecten voor de periode 2007-2010 op 192, evenwichtig verdeeld over de vijf verschillende maatregelen.

Met 85 nieuwe Leaderprojecten goedgekeurd in 2010, komt het totale aantal voor de periode 2007-2010 op 332 as 4-projecten, goedgekeurd door de Plaatselijke Groepen. Aan die projecten werd in 2010 5,5 miljoen euro overheidssteun uitbetaald.

- Link naar het artikel

Delen: