De teelt van braam en framboos is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Lokaal geteelde vruchten zijn beschikbaar van mei tot december maar zijn jammer genoeg korte houdbaar en bijgevolg beperkt verkoopbaar, voornamelijk door infecties met Botrytis cinerea. Telers willen dus geen risico nemen en passen gewasbeschermingsmiddelen toe volgens een kalenderschema om infecties tegen te gaan, wat soms leidt tot onnodige behandelingen.
In het recent afgeronde VLAIO-LA traject “Rudisco” werd een voorspellingsmodel ontwikkeld om accurater infectierisico’s met B. cinerea te bepalen. Op basis daarvan kan er minder en gerichter behandeld worden en worden ook biologische middelen in het behandelingsschema opgenomen. Het model is nog niet bruikbaar in de praktijk. Telers van bramen en frambozen voeren momenteel gemiddeld wekelijks behandelingen uit en biologische middelen worden nauwelijks gebruikt. Een geoptimaliseerd en bruikbaar model zou daar verandering kunnen in brengen.
De hoofddoelstelling van dit project is om het in het onderzoeksproject ontwikkeld infectierisicomodel voor B. cinerea bij braam en framboos verder te valideren, indien nodig te optimaliseren en gebruiksvriendelijker te maken voor telers. Daarnaast wordt onderzocht of een correlatie gelegd kan worden tussen weersvoorspellingen en klimatologische omstandigheden in verschillende teeltsystemen, om infectierisico’s nog nauwkeuriger te voorspellen. Dit model ondersteunt het principe van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) in de teelt van frambozen en bramen, waarbij metingen en data-analyse leidend zijn voor de keuze van de beheersingsstrategie. Het uiteindelijke doel is om een kwalitatief hoogwaardig product met minder residuen te leveren en het imago van versheid en gezondheid van deze teelten te versterken. Op basis van de voorspellingen van het model zal de middelenkeuze bepaald worden, met name, biologisch bij beperkt infectierisico (kleiner dan 60% en groter dan 20%) en alleen chemisch indien absoluut noodzakelijk (infectierisico groter dan 60%).
Dit EIP-innovatieproject bestaat uit vijf werkpakketten. Eerst wordt het recent ontwikkelde voorspellingsmodel voor B. cinerea bij braam en framboos opgevolgd en gevalideerd. Vervolgens wordt het model geoptimaliseerd om het aantal behandelingen te verminderen en om meer biologische middelen in te zetten in plaats van chemische. Er wordt ook onderzocht of er een correlatie bestaat tussen weersvoorspellingen en klimatologische parameters in de verschillende teeltsystemen, om het model verder te verfijnen. Daarnaast wordt het model, indien nodig, gebruiksvriendelijker gemaakt voor telers. Zo zouden telers hun eigen weerstations of sensoren aan de applicatie kunnen koppelen. Ook zal een kosten-batenanalyse worden uitgevoerd.
België