Met het project ‘Busje komt zo’ willen TreinTramBus en RWO Oudenaarde vervoersoplossingen aanreiken voor de regio Oudenaarde, met het oog op het verminderen van (het risico op) vervoersarmoede en vereenzaming in het bijzonder bij kwetsbare groepen zoals ouderen, mensen met een beperking of mensen met een laag inkomen. We zetten hierbij volop in op het reeds bestaande mobiliteitsaanbod (openbaar vervoer, Minder Mobielen Centrale, taxi-abonnementen, vervoer naar voorzieningen, …) en zoeken naar manieren om dit te verbeteren, efficiënter in te zetten, beter op elkaar af te stemmen en dichter tot bij de doelgroep te brengen. Daarnaast ontwikkelen we zelf ook nieuwe mobiliteitsoplossingen op maat en testen die uit in de praktijk. Twee zaken staan hierbij centraal: enerzijds uitwerken van extra vervoersaanbod (collectief vraaggestuurd vervoer) en anderzijds inzetten op nabijheid en ‘korte keten’ (het ‘dorpshub’ principe).
Met het project ‘Busje komt zo’ willen TreinTramBus en RWO Oudenaarde vervoersoplossingen aanreiken voor de regio Oudenaarde, met het oog op het verminderen van (het risico op) vervoersarmoede en vereenzaming in het bijzonder bij kwetsbare groepen zoals ouderen, mensen met een beperking of mensen met een laag inkomen. We spelen hiermee in op twee belangrijke tendensen: enerzijds de problematiek van vervoersarmoede op het platteland, en anderzijds de evolutie van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. De aanpak van het project is tweeledig: enerzijds willen we inzetten op het mobiliteitsaanbod dat nu al in de betrokken (deel)gemeenten aanwezig is (hierover informeren, verbeteringen aanbrengen waar mogelijk), en anderzijds willen we ook nieuw aanbod (extra vervoersopties) creëren en tegelijk inzetten op nabijheid en korte keten als oplossing voor de bestaande mobiliteitsproblemen.
Concreet beogen we volgende resultaten met het project:
- Inventariseren van het bestaande mobiliteitsaanbod in de projectregio
- Creëren van een overzicht van goede voorbeelden aan vervoersalternatieven voor het platteland (uit binnen- en buitenland)
- Bezoeken van 2 à 3 van deze cases met een beperkte groep
- Bevragen van de lokale bevolking en in kaart brengen van de vervoersproblemen, met focus op kwetsbare groepen
- Selectie van één of meer pilootzones waar we van start gaan met concrete acties
- Oprichting van een werkgroep per pilootgebied en doorlopen van een participatief traject met deze werkgroepen op basis van de ‘service design’ methodiek
- Overleg met De Lijn en lokale vervoersaanbieders en concrete verbetervoorstellen hoe het bestaande aanbod beter kan afgestemd worden op de vraag
- Acties om de bestaande werking van de Minder Mobielen Centrales in de regio te verbeteren
- Ontwikkeling van een extra collectief vervoersaanbod op minstens één plaats
- Zoeken naar manieren om dit extra vervoersaanbod (duurzaam) te financieren
- Ontwikkelen van een ICT-toepassing (door een externe partner) om beschikbaar rollend materieel zo efficiënt mogelijk te kunnen inzetten
- Uittesten van het ‘dorpspunt’ principe op één plaats i.s.m. alle relevante lokale actoren
- Uitwerken van een globaal overzicht van mogelijkheden aan vervoer in de regio en verspreiding van deze informatie naar de doelgroep die er gebruik van kan maken (online en via een folder)
- Rekrutering en opleiding van minstens 15 vrijwilligers; vervolgens gaan deze vrijwilligers elk bij minstens 8 ouderen of mensen met beperkte mobiliteit op bezoek en testen samen met hen een aantal vervoersopties uit
- Ontwikkeling van een inspiratiegids en organiseren van een inspiratiedag om kennisoverdracht en -uitwisseling te stimuleren
Bond van trein-, tram- en busgebruikers
9000 Gent
België
9000 Gent
België