Dienstenpunten voor dorpen

Programmaperiode
PDPO II-projecten ('07-'13)
Thema
Basisvoorzieningen
Provincie
Limburg
Assen
As 3
Beginjaar
2011
Promotor
RIMO Limburg vzw
Periode
-
Situering

Het is de bedoeling om er toe te komen dat maatschappelijk kwetsbare mensen langer en beter in de eigen omgeving kunnen blijven wonen door de steun van de directe omgeving en een gerichte ondersteuning door bestaande diensten. Om dat te realiseren wil men enerzijds er toe komen dat er in een aantal dorpen al dienstenpunten worden gerealiseerd, die dan als model kunnen dienen voor andere lokale besturen en wil men anderzijds een koepel vormen met de initiatieven die reeds een dorpsrestaurant hebben uitgebouwd. Dit moet er vooral toe leiden dat ze gestimuleerd worden om het dorpsrestaurant te gebruiken als springplank naar een diepgaandere werking. Het gaat om 2 aspecten:

  • De uitbouw van dienstenpunten. Dit zijn kleinschalige, lokale voorzieningen binnen een plattelandscontext die een preventieve functie vervullen voor maatschappelijk kwetsbare personen en mensen met een beginnende zorgbehoevendheid. Door hun laagdrempelige en proactieve aanpak, vertrekkend van bestaande experimenten als dorpsrestaurant en zorgnetwerk, zijn ze geschikt in het kader van armoedebestrijding en sociale insluiting. Een dienstenpunt bestaat in de eerste plaats uit dynamische krachten binnen het dorp, die bewust en systematisch er op gericht zijn om kwetsbare mensen te bereiken en te betrekken door middel van het dorpsrestaurant, het zorgnetwerk, de dorpsconciërge, het Ipunt of een professionele hulpverlener. Het gaat dus om een bundeling van krachten, van verschillende elementen die tegelijk maar heel puntsgewijs worden ingezet binnen een geïntegreerd geheel. Omdat de diensten worden waargemaakt door de mensen van het dorp, de focus gericht is op de eigen leefomgeving en de middelen op maat worden ingezet, is men ervan overtuigd dat dit concept van Dienstenpunten een belangrijke impact kan hebben voor de leefbaarheid van dorpen én voor het bevorderen van de sociale cohesie, hetgeen op zijn beurt een positief effect heeft op het vlak van armoedebestrijding en sociale betrokkenheid. Tegelijk is de investering qua infrastructuur en personeel beperkt, maar gebeurt die wel zeer gericht binnen een ruimer geheel. De studieopdracht moet duidelijk maken in welke mate de vooropgestelde doelen worden bereikt, hoe de aanpak het best gericht wordt naar de meest kwetsbare bewoners, of dat gelijktijdig kan met het streven naar sociale cohesie, hoe de werkingskosten zo sterk mogelijk beperkt kunnen worden en toch effectief blijven, hoe dit best in een morfologisch ander dorp opgezet wordt…. Kortom, die moet materiaal leveren om de experimenten op een aangepaste, succesvolle manier navolging te laten vinden in diverse Limburgse gemeenten. Het is trouwens vermeldenswaard dat een soortgelijk project wordt opgestart in West- Vlaanderen, vertrekkend vanuit de zorgnetwerken (die er al langer bestaan), waarvan het dorpsrestaurant een product wordt van waaruit ze daar dan dienstenpunten proberen op te zetten. Ook bij hen zal een onderzoeksinstelling betrokken worden.
  • De koepelvorming tussen de dorpsrestaurants. In de verschillende gemeenten worden de dorpsrestaurants op een vrij gelijklopende wijze uitgebouwd. Dat betekent dat men ook tegen dezelfde kansen en knelpunten aanloopt. In eerste instantie wordt ernaar gestreefd om een functiegerichte samenwerking tot stand te brengen, die een meerwaarde moet betekenen voor de verschillende dorpsrestaurants. In een volgende fase kan dan gegroeid worden naar een koepelvorming, waardoor visie, aanpak, vorming en promotie verder worden afgestemd op mekaar. Op die manier wordt niet alleen een efficiëntere en beter herkenbare manier van werken ontwikkeld (met bv. gemeenschappelijk logo, website, …) maar heeft men ook een instrument van waaruit de verschillende promotoren gestimuleerd en aangezet worden om op een gelijk(w)aardige manier rond sociale cohesie en armoedebestrijding te werken.
Doelstellingen

Volgende doelstellingen kunnen onderscheiden worden:

  • Wat betreft de dienstenpunten: binnen de dorpsrestaurants zijn er op de verschillende plaatsen vrijwilligers actief die de vraag stellen of de meest-kwetsbare bewoners ook effectief en voldoende bereikt worden. Het opzet was nl. om de mensen die de kans lopen om sociaal geïsoleerd te worden gezellig, gezond, goedkoop en gemakkelijk te laten eten. Bovendien hebben een aantal mensen het gevoel dat ze méér kunnen doen voor de zwakkeren in het dorp. Het blijkt dat de gebruikers in het dorpsrestaurant het waarderen als ze, rond de diverse sociale thema’s, informatie krijgen. Diensten getuigen dat op die manier mensen bereikt worden die normaal verstoken blijven van informatie. Door de vrijwilligerskracht verder aan te spreken kan er gewerkt worden aan Zorgnetwerken (ZonneCel). Op die manier is er een insteek om bij de oudere alleenstaanden en bij mensen die niet betrokken zijn in het dorpsleven op huisbezoek te gaan en tegelijk te zien of ze baat hebben bij en begeleid willen worden naar deze initiatieven én in welke mate ze (stille) hulpvragen hebben. Binnen het Zorgnetwerk kan die vraag dan worden opgepikt. Op die manier zorgen buurtbewoners er voor dat de kwetsbare bewoners langer en beter in de eigen omgeving kunnen blijven wonen… hetgeen goedkoper is voor de mensen en voor de samenleving én het dorpsleven rijker maakt. Om dat goed te schakelen lijkt de inzet van een ‘Dorpsconciërge’ aangewezen. Door er een materialenbank aan te koppelen kunnen mensen ook zelfredzamer zijn bij een aantal klussen. Als er dan een lokaal aan gekoppeld wordt, dat dient voor de spreekuren, voor de administratie, en als opslagruimte voor het materiaal, is een Dienstenpunt ‘op maat’ gerealiseerd. Uiteraard is het daarnaast ook de bedoeling om de opgedane ervaringen door te geven aan alle andere mogelijke werkingen die interesse hebben in plattelandsprojecten, om uit te wisselen met studiebezoeken bij de West-Vlaamse collega’s en de aanpak en resultaten naar een hoger niveau te tillen door een wetenschappelijk onderzoek hieraan te koppelen.
  • Wat betreft de koepelwerking: het werken met vrijwilligers wordt tegelijk de grote kwaliteit, maar ook de achillespees van de dorpsrestaurants genoemd. Iedereen streeft er naar om een kwaliteitsvolle werking uit te bouwen. Samenspraak met collega’s is een hulp in dit kwaliteitsstreven. Vandaar dat dit overleg erg gewaardeerd wordt. Op dit moment zijn initiatieven uit 21 gemeenten betrokken bij het overleg, die alles samen ongeveer 1500 mensen geregeld aan tafel samenbrengen.
Uitvoering

RIMO Limburg vzw

Adres

Limburg
België

Karel Bollen

3550 Heusden-Zolder
België

Delen: