Zowel binnen de groente- als sierteeltsector hebben we de laatste jaren geen glorietijd gekend. Om die reden zijn meer en meer bedrijven op zoek naar diversificatie en innovatie op hun bedrijf. Eetbare bloemen telen zou zowel voor sierteeltbedrijven als voor groentebedrijven misschien een mogelijkheid zijn om hun bedrijfsinkomen iets meer te verzekeren. Op deze manier kan er een economische ontwikkeling zijn van de plattelandsgebieden en nemen de telers hun afzet weer meer in eigen handen, wat het concurrentievermogen binnen de land- en tuinbouw ten goede komt.
Eetbare bloemen zijn tevens dé ideale teelt naar sensibilisering en bewustwording van de ecologische voetafdruk van vers product, dit zowel naar teler als naar afzet.
Sommige siertelers hebben nog steeds de neiging om vrij veel gewasbeschermingsmiddelen in te zetten om zo hun oogst te garanderen, ze telen tenslotte geen eetbaar product. Maar ook groentetelers maken vrij gretig gebruik van de toegelaten middelen in hun teelt. Wanneer het echter gaat om eetbare bloemen, dergelijk kleine teelten waarin heel weinig tot quasi geen gewasbeschermingsmiddelen erkend zijn, wordt de teler gedwongen om te werken met resistente rassen. Ook meer natuurlijke vijanden uitzetten en meer te vertrouwen op het evenwicht van de natuur en klimaatsturing is een automatisch gevolg. In kassen die verwarmd worden kunnen kleine verloren oppervlakten toch ingevuld worden met hoog-rendement-teelten, terwijl eetbare bloemen minstens evenveel kansen biedt voor kassen waar niet, of heel weinig gestookt wordt.
Niet enkel de teelt, maar ook de verpakking en de herkomst zijn sterk mede bepalend voor de ecologische voetafdruk. Delicate, fijne teelten, zoals eetbare bloemen, vergen vaak heel wat verpakking om een optimale bewaring te kunnen garanderen. Binnen het project kan gekeken worden of biologisch afbreekbare verpakking een mogelijkheid biedt. Veel van dergelijke nicheteelten worden geïmporteerd uit landen waar de arbeidskost veel lager is dan in Vlaanderen. Het is dus uitermate belangrijk om de afzet mee te sensibiliseren en hen de meerwaarde van dergelijk regionaal product te laten inzien. Door het sparen aan transportkost, kan de bijkomende arbeidskost gecompenseerd worden.
Omdat voor sier- en groentetelers respectievelijk de markt en de teelt grotendeels ongekend is, is het noodzakelijk hen daarbij te begeleiden. Voorheen werd reeds een verkennende proef gedaan op het PCG met enkele eetbare bloemen. PCG heeft echter geen ervaring met het forceren van planten tot bloei, en slechts beperkte ervaring met het telen in pot. Hierdoor verliep de proef niet zonder problemen. Eenmaal de bloemen geteeld zijn, dienen ze uiteraard bewaard en verkocht te worden. Dit blijken tot op heden eveneens twee heikele punten te zijn. Aan de hand van een PDPO-project kan dit concept grondiger uitgewerkt worden en kunnen alle aspecten van dergelijke teelten (teelttechniek, productkwaliteit en afzet) opgenomen worden in het onderzoek. Door het combineren van de expertises van de drie partijen zal men een versterkend effect bekomen van kennisontwikkeling, kennisoverdracht, het bevorderen van de organisatie binnen de voedselketen en innovatie binnen de verschillende sectoren.
De doelstelling van dit project is enerzijds een breder draagvlak te creëeren voor de telers. Een groot deel van de primaire sector is op zoek naar alternatieven. Aan de hand van dit PDPO-project wordt reeds een eerste innovatieve hand gelegd aan een mogelijke piste waardoor de telers dit alles zelf niet hoeven uit te zoeken. Dit project dient ter demonstratie en als springplank naar een vlotte teelt en afzet van eetbare bloemen.
Door de capaciteiten van drie proefcentra te bundelen wordt een versterkend effect naar kennisontwikkeling bekomen (1+1+1 = 4). Doordat het telen van eetbare bloemen eigenlijk twee sectoren overkoepelt, namelijk de sierteelt en de teelt van eetbare producten, zal met gebundelde kennis en kracht (PCS en PCG) de teeltwijze op een korte en efficiënte termijn op punt gesteld worden. Door ook de kennis van het VCBT te betrekken na de teelt, wordt de teelt en afzet van eetbare bloemen verder geprofes-sionaliseerd. Door het publiceren van een fiche, met alle vergaarde info rond teelttechniek, productkwaliteit en afzet, zal deze kennis na het project toepasbaar blijven en niet verloren gaan.
Een belangrijke parameter binnen het project anderzijds is de sensibilisering naar een milieubewuste teelt en afzet. Eetbare bloemen zijn de ideale teelt om het milieuaspect zowel bij de teler, als bij de afzet in beeld te brengen. Beredeneerd gewasbeschermingsgebruik, ecologische voetafdruk naar transport, beredeneerde verpakking, warmtebehoefte van de teelt, …
Dankzij dit PDPO-project kan een teler van eetbare bloemen met zijn (teelttechnische) vragen bij een onderzoekscentrum terecht. Dit is tot op heden nog niet het geval omdat de kennis rond deze teelt nog niet opgebouwd is. (Zit bij geen enkel van de drie proefcentra binnen de reguliere werking)
In een voorgaand project zagen we reeds dat de interesse voor het leveren aan restaurants groot is bij de telers. Terwijl restauranthouders eveneens zeer enthousiast reageerden op het voorstel. Restauranthouders vinden lokaal geprodu-ceerde groenten en kruiden belangrijk, en zijn zelfs vaak bereid er een meerprijs voor te betalen. Noch telers noch restauranthouders hebben echter de tijd om rechtstreeks met elkaar contact op te nemen en te zoeken naar mogelijk-heden tot samenwerking. Dit project stimuleert de contacten tussen deze twee groepen en kan zorgen voor duurzame samenwerkingsverbanden. De afzet ondersteunen en streven naar duurzame contacten tussen teler en afnemer is een must binnen het project.
Door het extra sensibiliseren van regionale eetbare sierteelt langs de afzetzijde zullen duurzame afzetkanalen gecreëerd worden voor telers.
Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw
9770 Kruishoutem
België
9770 Kruishoutem
België