Gebruik van mest van kalveren als alternatief voor kunstmest in de sierteelt

Programmaperiode
PDPO III-projecten + projecten overgangsperiode ('14-'22) en Europese projecten
Maatregel
LEADER
Thema
Kennisoverdracht en innovatie
Provincie
West-Vlaanderen
Plaatselijke Groep
PG Midden-West-Vlaanderen
Beginjaar
2023
Projectkost
€82.751,20
Promotor
Inagro
Periode
-
Situering

Door de energiecrisis en geopolitieke redenen zijn de kunstmestprijzen het laatste jaar tot wel 300% gestegen, waardoor heel wat landbouwbedrijven en siertelers genoodzaakt zijn om over te gaan tot alternatieven. Het gebruik van drijfmest kan hier mogelijks een oplossing bieden, aangezien dit een nutriëntenrijk restproduct is dat heel sterk beschikbaar is in de regio van Midden-West-
Vlaanderen. Dit wordt op vandaag alleen in vollegrondsteelten toegepast binnen de normen van de Nitraatrichtlijn, terwijl er tegelijk 87 miljoen kg stikstof in Vlaanderen uit kunstmest (verkregen via een energie-intensief proces) gebruikt wordt, waarvan 6% in de tuinbouw. Een meer circulaire aanpak zou dus zijn om nabije (drijf)mest (en bij uitbreiding ook andere meststoffen) rechtstreeks in
te zetten in plaats van kunstmest.

Dit project zal daarom nagaan hoe (in eerste instantie) drijfmest afkomstig van kalveren van het Witblauwe ras het gebruik van kunstmest kan vervangen, waarbij nagegaan wordt welke spoor- en hoofdelementen voldoende, te veel of te weinig aanwezig zijn en welke andere praktische bezwaren er kunnen zijn bij gebruik in de sierteelt. Deze samenwerking tussen een landbouw- en een sierteeltbedrijf kan een win-win-situatie betekenen voor beide type bedrijven en bij uitbreiding voor alle bedrijven waar er gesloten teeltsystemen zijn binnen de ganse regio van Midden-West-Vlaanderen en verder.

Doelstellingen

Het algemeen doel van dit project voor Dieter Vantyghem is om een alternatieve, goedkopere en duurzame (gedeeltelijke) vervanger voor het gebruik van kunstmest te vinden. Wanneer successen worden geboekt op het bedrijf van de aanvrager, kan deze toepassing uitbreiding kennen bij andere gelijkaardige sierteeltbedrijven binnen het Leader-gebied van Midden-West-Vlaanderen en bij uitbreiding andere teelten die gebruik maken van een gesloten teeltsysteem, denk maar aan teelten op containervelden en serreteelten zoals sommige groentegewassen. In de sierteeltsector, alsook bij Dieter Vantyghem, wordt op vandaag nog steeds gebruik gemaakt van 100% kunstmest. Voor Vlaanderen komt dit overeen met een productie van bv. 4,8 miljoen kg N. Een circulaire aanpak van meststoffen waarbij de kalvermest geproduceerd op het bedrijf van collega landbouwer Nico Depuydt kan gebruikt worden op het sierteeltbedrijf van Dieter Vantyghem draagt bij tot het lokaal sluiten van nutriëntenkringlopen en maakt de teler onafhankelijker van de kunstmestindustrie, wat ook past binnen het kader van circulaire economie en de Europese Green Deal-doelen. Gezien de nabijheid van het landbouwbedrijf van Nico Depuydt wordt hiervoor in eerste instantie gekeken naar kalverdrijfmest van het Witblauwe ras, met op het eerste zicht de meest interessante samenstelling (3,4 kg N en 1,6 kg P2O5). Ruwe rundveemest bevat gemiddeld meer stikstof en fosfor (5,6 kg N en 2 kg P2O5) en dit is zelfs hoger voor ruwe varkensmest (6,6 kg N en 3,6 kg P2O5) (richtcijfers uit VCM enquête 2021).

Meer specifiek heeft het project volgende doelstellingen voor ogen:
In het project wil de zaakvoerder Dieter Vantyghem nagaan welke technische aanpassingen vereist zijn om drijfmest op het sierteeltbedrijf te kunnen gebruiken. Hiermee worden in eerste instantie pompen, filters, een zeefbocht en een opslagtank bedoeld. Deze worden voornamelijk uitgevoerd in de eerste 6 maanden van het project. Ook verdere aanpassingen tijdens het verdere projectverloop zullen waarschijnlijk noodzakelijk zijn. 

Er wordt nagegaan wat de exacte samenstelling is van de drijfmest afkomstig van kalveren van het Witblauwe ras van het bedrijf van Nico Depuydt en welke extra voedingsstoffen er vermoedelijk nog apart moeten toegediend worden. De rol van PCS en Inagro bestaat erin Dieter Vantyghem te adviseren over welke hoofdelementen er (te)veel, (te)weinig of niet aanwezig zijn en in welke verhoudingen de sporenelementen worden aangetroffen. Dit door het nemen en analyseren van heel wat stalen. Niet alleen de samenstelling van de mest is hierbij van belang, maar ook de stabiliteit doorheen het jaar. Doorheen de looptijd van het project worden daarom minimum 5 mestanalyses gedaan, in combinatie met een 2-wekelijkse analyse van het aanmaak- en drainwater, een maandelijkse substraatanalyse en 3 bladanalyses per teelt.

Aan de hand daarvan kan het percentage menging met vers gietwater (in een recirculatiesysteem) bepaald worden, waaruit de vereiste volumes kunnen berekend worden. Deze alternatieve meststoffen worden getest op de teelten van geranium, chrysanten en Hebe. Via continue teeltopvolging, metingen, water-, substraat- en bladanalyses en gerichte advisering wordt de groei en de kwaliteit van de planten opgevolgd.

In een tweede fase kan ook gekeken worden naar het potentieel van andere meststromen (bv. (dunne fractie) van runderdrijfmest, kippenmest ...) Ook wordt het potentieel voor RENURE-meststoffen bekeken. RENURE staat voor REcovered Nitrogen from manURE en zijn meststoffen afkomstig van dierlijke mest met een groot potentieel om ingezet te worden als kunstmestvervanger. Deze criteria werden bepaald op basis van het SafeManure-onderzoek, in opdracht van JRC.

Als Spill-over zijn de partners voorstander om deze toepassing, indien succesvol, ook te testen op andere sierteeltbedrijven en bij uitbreiding in andere gesloten teeltsystemen zoals bv. groenten in serres). Vermoedelijk zijn zoutgevoelige gewassen minder geschikt.
VCM zal de aanvrager bijstaan bij de geldende wetgeving door een overzicht te maken van de geldende wetgeving betreffende het gebruik van kalvergier in serres, waarbij onder andere nagegaan wordt of er voldaan kan worden aan de definitie van mestverwerking.

Hierbij horend zal het project ook kijken of er geen bijkomende emissies zijn door het gebruik van deze alternatieve meststof.
De aanvrager zal op het einde een kosten-batenanalyse uitvoeren om zicht te hebben op het totale kostenplaatje, zowel bij hem als bij het bedrijf dat de mest produceert.
Via diverse workshops en communicatiemiddelen (zie verder) wordt via deze case namelijk een voorbeeld gesteld voor andere geïnteresseerde stakeholders.

Uitvoering

De meeste testen worden uitgevoerd bij Handelskwekerij Vantyghem, gelegen te Pittem in West-Vlaanderen. De resultaten zullen echter veel breder bruikbaar zijn.

Delen: