HALnat

Programmaperiode
Projecten GLB Strategisch Plan (programmaperiode 2023 - 2027) en Europese projecten
Maatregel
LEADER - reguliere projecten
Thema
Biodiversiteit en landschapskwaliteit
Provincie
Antwerpen
Lokale Actiegroep
MarkAante Kempen+
Beginjaar
2024
Projectkost
€172.561,00
Promotor
Boerennatuur Vlaanderen
Project partners
Autonoom Provinciebedrijf Hooibeekhoeve, Boerenbond, Halnet vzw, Hoogstraten, Landelijke Raad Hoogstraten, Watering De Beneden Mark, Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid (DIW), Waterschap Brabantse Delta, Regionaal Landschap De Voorkempen
Periode
-
Situering

De voorbije jaren werden op vlak van klimaatrobuust ondernemen al heel wat inspanningen geleverd door de landbouwers van Hal (een gehucht van Minderhout), bv. de oprichting van energiecoöperatie Halnet en stuwtjes in perceelsgrachten via het Leader-project ‘Drempels tegen droogte’. De landbouwers van Hal willen zich samen verder inzetten voor een klimaatrobuuste landbouw onder de noemer ‘Halnat’. Via een gebiedsgerichte aanpak en begeleiding op maat willen we hen begeleiden in maatregelen die daaraan bijdragen en tegelijkertijd het landschap versterken.

Het projectgebied heeft een uitgesproken landbouwkarakter waar het Merkske, (zij)waterlopen en perceelsgrachten het gebied dooraderen. De waterlopen in het gebied scoren een relatief goede kwaliteit in vergelijking met de rest van Vlaanderen, al worden de opgelegde doelen momenteel nergens gehaald (cfr. Integraal Waterproject Merkske). Daarnaast wordt het gebied gekenmerkt door verschillende omstandigheden: vruchtbare, maar overstromingsgevoelige valleigronden en zandgronden hogerop die snel uitdrogen in warme, droge periodes. De klimaatverandering versterkt deze effecten en vergroot de uitdagingen voor de landbouw.

We stelden reeds een menu aan maatregelen op die een positieve bijdrage leveren aan het bodem- en watersysteem, het landschap en de biodiversiteit, waar de landbouwer op vrijwillige basis uit zal kunnen kiezen (zie doelstellingen). Op de hoger gelegen gronden wordt ingezet op vasthouden van water, vertraagd afvoeren van water, laten infiltreren van water en het verhogen van de bodemkwaliteit. Een bodem met een goede kwaliteit werkt als een spons: die neemt in natte periodes veel water op en houdt dit lang vast. Dat maakt ze weerbaarder in droge periodes. Op de lager gelegen gronden kan worden ingezet op o.a. alternatieve teelten (die bodemkwaliteit verhogen) en bufferen van water. In het hele projectgebied kunnen maatregelen die een vermindering van de nutriëntenafvoer beogen ingezet worden zoals een bioreactor.  

Voor de projectuitvoering zijn volgende delen uitgewerkt:

  1. In kaart brengen van noden en oplossingen
    Bij de start brengen Boerennatuur Vlaanderen (BNVL) en Boerenbond (BB) alle geïnteresseerde landbouwers en andere gebiedsexperten samen gebracht in een workshop om de terreinkennis in de vorm van noden en kansen te bundelen en verder draagvlak voor het project te creëren. Op kaarten wordt aangeduid waar zich bepaalde fenomenen (droogte, overstromingen, …) voordoen en waar oplossingen kunnen gesitueerd worden (eventueel al gekoppeld aan de maatregelen uit de menu). De informatie wordt gebruikt als input voor WP2.
  2. Cases bij landbouwers rond bodem- en waterkwaliteit en landschapsbeheer
    De landbouwers worden in groep ingelicht over de mogelijke maatregelen, waarbij zowel het maatschappelijk belang als de impact op de bedrijfsvoering aan bod komen. Nadien volgt de individuele begeleiding waarbij dieper wordt ingegaan op welke maatregelen waar uitgevoerd kunnen worden en wat de impact ervan is op bedrijfsniveau. Zij beslissen welke maatregelen ze op hun terrein zullen uitvoeren, in nauw overleg met BNVL. De geselecteerde maatregelen worden uitgevoerd met de nodige begeleiding erbij afhankelijk van de maatregel (technische uitvoering, vergunningsaanvragen, (groeps)aankopen, beheer).
    BNVL is erkend als terreinbeherende natuurorganisatie. Het beheer gebeurt in samenwerking met de leden-landbouwers die actief zijn in een agrobeheergroep (ABG), zie ook WP4 Lerend netwerk. Dit beheer dient in handen te blijven van de ABG in de toekomst. Alle maatregelen worden vrijwillig door landbouwers uitgevoerd en hebben in bepaalde gevallen een tijdelijk karakter (landschapslinten, verloren hoekjes, alternatieve teelten). Andere maatregelen met een permanentkarakter (stuwtjes, KLE’s, bioreactor) dragen bij aan de omgevingskwaliteit zonder impact op de bestemming.
  3. Begeleiding vruchtwisselingstool voor melkveehouders
    Hooibeekhoeve zal met behulp van een tool, welke wordt ontwikkeld in het demonstratieproject ‘Vruchtwisseling voor een robuust melkveebedrijf’, melkveehouders begeleiden in een klimaatrobuuste teeltkeuze. Voor melkveehouders is het vaak niet eenvoudig om enerzijds te komen tot een goed schema waarbij al hun percelen voldoen aan de wetgeving en anderzijds een goed rantsoen met zoveel mogelijk eigen geteelde voeders. Daarnaast spelen nog allerlei perceelspecifieke randvoorwaarden: grootte, afstand tot het bedrijf, waterhuishouding, problematiek met onkruiddruk (bv. knolcyperus) etc. Daarom biedt Hooibeekhoeve een tool aan, specifiek voor melkveehouders, om hier op een eenvoudigere wijze mee aan de slag te gaan. Deze is op dit moment nog in ontwikkeling, maar zal eind 2025 beschikbaar zijn.
  4. Lerend netwerk
    Opdat realisaties als een succes kunnen worden beschouwd, is een goede opvolging noodzakelijk. Dat gebeurt op twee manieren: 
    - Het uitwisselen van ervaringen en verder kennis opbouwen via een lerend netwerk (nl. ABG) gevormd door de landbouwers die maatregelen op hun percelen hebben genomen. De ABG komt op regelmatige basis samen om ervaringen uit te wisselen en geïnformeerd te worden over bijkomende maatregelen, de vruchtwisselingstool, beter beheer van de reeds genomen maatregelen en/of samenwerkingen op te zetten in agrarisch landschapsbeheer. Deze groep werkt ook mee de krachtlijnen van een landbouwbeheerplan uit. 
    Ook naar externen toe speelt de ABG een belangrijk rol: deze landbouwers nemen een ambassadeursrol op ter verdere draagvlakvorming voor de maatregelen én voor de landbouwers die willen innoveren en bijdragen aan een klimaatrobuust (landbouw)systeem. 
    - Monitoring van maatregelen, o.a. via terreininventarisatie, bodemstalen, afhankelijk van de maatregel.
  5. Verkenning landbouwbeheerplan
    De lokale landbouwers zien potentieel in agrarisch natuurbeheer   dat economisch rendabel is en willen daarin een actieve(re) rol spelen in het gebied. Daarbij willen ze ervoor zorgen dat er nog steeds ruimte is voor landbouwactiviteiten,   dat er een evenwicht is tussen de landbouwactiviteiten en het agrarisch natuurbeheer, zonder eventuele beperkingen op de uitbating van hun landbouwpercelen als gevolg van genomen maatregelen. Naar analogie van een natuurbeheerplan, verkennen we in het project de mogelijkheden van een landbouwbeheerplan. Concreet maken we in samenwerking met lokale landbouwers een analyse van wat voor hen en de landbouworganisaties de krachtlijnen zijn waaraan dergelijk plan zou moeten voldoen. Via een bevraging van de landbouwers wordt een aanzet gegeven en met een kerngroep van landbouwers verder uitgewerkt. Dit is pionierswerk en kan een voorgeleide zijn van een beleidspilot in samenwerking met betrokken administraties.
  6. Communicatie
  7. Algemene projectcoördinatie
    Boerennatuur Vlaanderen coördineert het partnerschap, organiseert regelmatig partneroverleg en verzekert de linken met andere lopende processen en projecten in de regio zoals de actie bufferzones van het IWP Merkske, het Leader-project ‘Klimaatrobuuster voedsellandschappen’, alsook afgelopen projecten zoals ‘Geïntegreerd faunaplan’ en ‘Drempels tegen droogte’ van RLDV.
Doelstellingen

Het project wil in samenwerking met de landbouwers van Hal bijdragen aan: (1) het verbeteren van de bodem- en waterkwaliteit, (2) het klimaatrobuuster maken van de landbouwbedrijfsvoering, (3) het behoud van een economisch leefbare landbouw, (4) het behoud/de ontwikkeling van een kwaliteitsvol landschap.

  • Deze doelstellingen worden gerealiseerd door:
    landbouwers te informeren en inspireren met een menu aan maatregelen (individueel en gebiedsgericht, zie hieronder) en via demo’s, vormingen en excursies naar voorbeeld initiatieven (bv. bioreactor);
  • lokale ambassadeur landbouwers te engageren via getuigenissen (boeren die boeren motiveren);
  • landbouwers (min. 15) te begeleiden bij uitvoering door hen o.a. te ontzorgen bij vergunningsaanvragen, aanbestedingen, steunaanvragen;
  • een collectieve aanpak van beheer (houtkanten, bufferstroken) en aankopen (zaaigoed, nestkasten etc.) te organiseren (ABG als samenwerkingsverband) ter verduurzaming.

WATERKWALITEIT

Reductie van uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlakte- en grondwater wordt nagestreefd via: 

  • Een bioreactor met houtsnippers (uit eigen beheer): het drainagewater van het landbouwperceel komt in de bioreactor terecht. De houtsnippers in de reactor stimuleren bacteriën die van nature in de grond aanwezig zijn en nitraat omzetten in onschadelijk stikstofgas. Dergelijke brongerichte aanpak levert schoon water op en in combinatie met stuwtjes extra waterbuffering. De techniek gaf in Denemarken en de Verenigde Staten positieve resultaten (20 tot 40 % minder stikstof in het uitspoelende drainagewater) en in Nederland loopt er ook een opstelling. De goede praktijken en criteria van deze onderzoeken worden meegenomen voor de aanleg van effectieve en inpasbare houtsnipperveld(en);
  • Landschapslinten (min. 4 ha): bufferstroken op maat langs waterlopen in collectief beheer (agrobeheergroep). We horen vaak barrières van landbouwers t.o.v. de klassieke beheerovereenkomsten (BO) perceelsranden. Ook valt het projectgebied niet geheel in een beheergebied (bv. bufferen en verbinden), waardoor een klassieke BO niet mogelijk is. Naar analogie van in andere regio’s willen we dergelijke BO meer op maat maken van landbouwers door te experimenteren met vrijheidsgraden. Voorbeelden hiervan zijn variabele breedtes, kortere contractduur en de strook periodiek betreedbaar maken. Zo wordt het aanleggen van een bufferstrook laagdrempelig en worden aaneengesloten bufferstroken (landschapslinten) mogelijk. Door samen te werken in een ABG kan het beheer van deze stroken efficiënt worden aangepakt en enkele landbouwers ontzorgd (proefproject). Afstemming met Dienst Integraal Waterbeleid (DIW) van de provincie Antwerpen, de Watering De Beneden Mark (WDBM) en waterschap Brabantse Delta gebeurt i.f.v. hun waterloopbeheer;
  • Functionele bloemenranden langs waterlopen, bosranden, in tuinbouw. Bloemenranden staan niet enkel mooi in het landschap, ze verhogen ook de biodiversiteit in de omgeving en bieden zo voordelen voor landbouwers. Nuttige insecten worden aangetrokken die zorgen voor bestuiving en een natuurlijke plaagbestrijding in de teelt, kortweg functionele agrobiodiversiteit (FAB). De natuurlijke plaagbestrijders in de bloemenrand zijn tot wel 50 m ver in het perceel werkzaam, zodat er minder gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn.

BODEMKWALITEIT

Percelen met hoge organische-stofgehaltes hebben een betere bodemstructuur, een functioneler bodemleven en een verhoogde infiltratiesnelheid. Ook houden ze beter voedingsstoffen en water vast. Investeren in de bodem levert de landbouwer een meer weerbare bodem op die een stabielere gewasopbrengst levert en minder afhankelijk is van chemische middelen en beregening. Bijkomend wordt koolstof in de bodem opgeslagen door de afbraak van organisch materiaal.

  • Kruidenrijk grasland (> 2 ha);
  • Houtsnippers in de bodem werken (uit eigen houtkanten- en knotwilgenbeheer via ABG, min. 6 ha);
  • Klimaatrobuuste teeltrotatie (min. 10 landbouwers begeleid).

WATERCONSERVERING 

De Kempen biedt met zijn zandige bodems heel wat potentieel voor grondwateraanvulling in de permanent droge infiltratiegebieden (cfr. watersysteemkaart). Volgende maatregelen om water langer vast te houden, meer te laten infiltreren en minder te draineren staan op de radar bij de landbouwers: 

  • Stuwtjes, in perceelsgrachten/in combinatie met bioreactor (min. 5);
  • Omvorming van klassieke drainage naar een peilgestuurd systeem (> 5 ha).
    Afstemming met DIW, WDBM en waterschap Brabantse Delta gebeurt voor gebiedsgerichte aanpak.

LANDSCHAPSBEHEER/BIODIVERSITEIT

De lokale landbouwers beheren het landschap en dragen actief bij aan meer biodiversiteit:
Collectief houtkantenbeheer (proefproject): houtsnippers lokaal verwerken als bodemverbeteraar, in bioreactor;

  • Landschapslinten;
  • Verloren hoekjes biodivers inrichten;
  • Nestkasten, insecten- en bijenhotel, huiszwaluwtil.

VERKENNING LANDBOUWBEHEERPLAN

Uitvoering

Minderhout

Delen: