Hop is een belangrijk ingrediënt voor bier en de kenmerkende teelt voor de regio Poperinge. In het buitenland worden voortdurend betere hopvariëteiten ontwikkeld (betere ziekteresistenties, betere weerstand tegen veranderende klimaatomstandigheden, ...). Deze nieuwe variëteiten bezitten echter een licentie waardoor deze niet in andere hopregio͛s, zoals bv België mogen geteeld worden. Aangezien België één van de weinige hopregio͛s is zonder eigen hopveredelingsprogramma, hebben de Belgische hoptelers een belangrijk concurrentieel nadeel dat in de toekomst kan leiden tot de teloorgang van deze teelt. Met de oprichting van een eigen veredelingsprogramma waarbij hoptelers samenwerken met verschillende instituten, zullen eigen lokale hopvariëteiten ontwikkeld worden om zo terug een stevige positie in de hopmarkt in te nemen.
In Vlaanderen, en bij uitbreiding heel België, bestaat geen veredelingsprogramma voor hop. De hopteelt in België, die zich voornamelijk situeert in de streek rond Poperinge, bestaat uit variëteiten die reeds jaren geleden in het buitenland ontwikkeld werden en in België aangeplant worden. Niet alle rassen die in het buitenland werden ontwikkeld zijn automatisch geschikt om hier geteeld te worden. Onderzoek toonde ook aan dat het aromaprofiel van hopvariëteiten ook kan verschillen naargelang de regio waar deze geteeld worden - het zogenaamde terroir effect - waarbij een verschillende bodem en klimaatomstandigheden leiden tot een ander aromaprofiel. Ook de opbrengst en de inhoudsstoffen kunnen lager liggen. Typisch voor onze streek is de nabijheid van de zee, wat voor andere groeiomstandigheden zorgt in vergelijking met Duitsland, waar eerder een landklimaat heerst.
Toch teelden de Belgische hoptelers decennialang deze buitenlandse rassen met succes door zelf de meest geschikte hoprassen uit te selecteren en te telen. Echter, nieuwe en betere hopvariëteiten die in het buitenland ontwikkeld worden, worden meer en meer afgeschermd. De nieuwe rassen die momenteel ontwikkeld worden, worden geregistreerd bij de European Plants Variety Rights and protection. Deze rassen worden beperkt uitgelicenceerd, zoals in Duitsland enkel voor leden van het Verband Deutscher =hopfenplanzer e.v. of in Engeland enkel voor de telers lid van de National Hop Association of England. Dit betekent concreet dat de Belgische hoptelers de laatste decennia geen gebruik meer kunnen maken van deze nieuw ontwikkelde variëteiten, waardoor ze concurrentieel in het nadeel zijn gekomen t.o.v. telers in het buitenland. In de toekomst zou dit zelfs nefast kunnen zijn voor de Belgische hopteelt. Recente studies tonen namelijk ook aan dat deze nieuwe ontwikkelde hopvariëteiten beter bestand zijn tegen de veranderende weersomstandigheden en in droge jaren zoals 2018 duidelijk betere opbrengsten hadden in vergelijking met de oude variëteiten.
Om hierop in te spelen is een streekeigen Belgisch hopveredelingsprogramma nodig. Door lokaal nieuwe hopvariëteiten te ontwikkelen kunnen hopvariëteiten geselecteerd worden die optimaal onder onze lokale condities geteeld kunnen worden, resistent zijn tegen de belangrijkste ziektes en de concurrentie met de buitenlandse rassen kunnen aangaan. Vooral op vlak van aromahoppen ligt nog veel potentieel. Dit is dan ook de hoofddoelstelling van dit Leaderproject, waarbij een streekeigen veredelingsprogramma voor de Belgische aromahop zal worden uitgebouwd.
Zowel brouwers als hoptelers hebben uiteenlopende wensen voor een nieuwe variëteit. 1. Rendabele opbrengst (gewicht, alfa- en/of oliegehalte) 2. Goede brouwwaarde (gehalte alfazuren, oliegehalte, aromaprofiel) 3. Resistentie tegen ziekten en plagen (echte meeldauw, valse meeldauw, Verticillium, botrytis, bladluizen, rode spin). Dergelijke resistente rassen resulteren niet alleen in een lagere teeltkost door een reductie in gewasbescherming, maar zorgen er ook voor dat de teelt op een duurzamere manier verloopt. 4. Tolerantie ten aanzien van de impact van de veranderende klimaatomstandigheden (hitte, droogte, verzilting, ͙Ϳ5. Groeikarakteristieken (vroegheid van het ras, groeikracht...)
Op vraag van enkele hoptelers werden reeds verschillende partners verenigd om het hopveredelingsproces vorm te geven. Er werd reeds ervaring opgedaan met het kruisen en opkweek van zaailingen. Op die manier staat reeds een 50-tal zaailingen (die nog geen ziektescreening ondergaan hebben) op het veld bij twee hoptelers.
Een veredelingsprogramma voor hop blijkt echter heel intensief en het duurt om en bij de 10 jaar vooraleer een nieuw ras ontwikkeld kan worden. Een dergelijk programma bestaat uit verschillende stappen: selectie, kruisingen tussen mannelijke en vrouwelijke ouderplanten en zaadoogst, opkweken van de zaailingen, screening naar ziekteresistentie, verdere opkweek op veld, waarnemingen naar groeikarakteristieken en opbrengstbepalingen, bepaling van het alfazuur- en oliegehalte en brouwproeven. Via dit Leaderproject wordt een start gegeven aan het veredelingsprogramma en zullen de eerste jaren overbrugd worden. Een solide basis zal gelegd worden die later kan uitgebouwd worden tot een volwaardige veredelingsprogramma. Via een workshop zal een structuur gezocht worden om dit veredelingsprogramma te bestendigen naar de toekomst toe.
De concrete doelstellingen in het kader van dit Leaderproject zijn de volgende: ontwikkeling van een veredelingsprogramma voor streekeigen Belgische aromahoppen met een hoge graad aan participatie van de huidige hoptelers, kennisopbouw en kennisuitwisseling van het hopveredelingsprogramma en verder creëren van draagvlak bij hoptelers en brouwerijsector voor een streekeigen Belgische hopveredeling.
Stad Poperinge
8800 Roeselare
België
8970 Poperinge
België