Ontwikkeling ruiter- en mennetwerk Oostelijke Kempen

In het ‘Strategisch Plan voor Toerisme en Recreatie Antwerpse Kempen 2008-2013’ werd het gebied Mol-Balen aangeduid als gebied met veel potentie voor ruitertoerisme. Omdat ook Bosgroep Zuiderkempen in de aangrenzende gemeente Geel en Meerhout al actief bezig was met ruiterpaden uit te stippelen, startte TPA na de realisatie van het Taxandria-netwerk in 2011, met de uitbouw van het Kempense ruiter- en mentoerisme in deze vier gemeenten (zie bijlage 4).

Voor het netwerk in de Oostelijke Kempen (een benaming die louter gebruikt wordt als werktitel voor het netwerk in de gemeenten Mol, Balen, Meerhout en Geel) werd al een stuurgroep opgericht bestaande uit verantwoordelijken voor toerisme, vrijwillige ruiters en menners enz. Er wordt binnen het gebied op zoek gegaan naar routes die in een knooppuntensysteem zullen worden geïntegreerd. In functie van aanhechting aan het Limburgse netwerk, zijn vanuit Limburg al twee aanlooproutes voorzien. De trajecten zullen (net zoals het Limburgse netwerk en Taxandria) op het terrein worden bewegwijzerd volgens de richtlijnen van Toerisme Vlaanderen.

Naast een stimulans voor het verblijftoerisme mag ook de recreatieve meerwaarde van een ruiternetwerk in dit gebied niet vergeten worden. Met een totaal van 3.086 ingeschreven paarden in de vier gemeenten (Vlaams Paardenloket, 2010), vormt een ruiternetwerk hier een aanzienlijke toegevoegde waarde.

Het nieuwe netwerk zal worden uitgetekend vanuit de logies die ruiters en menners kunnen ontvangen. Ook landbouwers in het gebied kunnen door de aanleg van het netwerk gestimuleerd worden om zich te richten op het ruitertoerisme. Het opladen van het netwerk met o.a. (ruiter)relevante toeristische hoevepunten (cfr. PDPO-project ANT2010/01) zorgt voor de nodige beleving en afwisseling op de route.

De realisatie van het netwerk in dit oostelijke deel van de Antwerpse Kempen is gepland voor 2012 en zal worden gecoördineerd vanuit TPA, in samenspraak met de samengestelde stuurgroep, Toerisme Limburg en uitbaters van ruitervriendelijke logies en hoevepunten. Naast de productie van bewegwijzering, wordt ook gezorgd voor een routekaart. Omwille van het grensoverschrijdende karakter van het netwerk, dient een gezamenlijke promotie van beide netwerken overwogen te worden.

Om het comfort te vergroten zullen er op de route ook start- en rustplaatsen worden gecreëerd, voorzien van infoborden en bindbalken voor de paarden. Daarnaast zullen ook ruitervriendelijke cafés worden opgenomen in het netwerk. Bij voorkeur zijn de start- en rustplaatsen verbonden aan een ruitervriendelijk logies, café’s, hoevepunten of andere aangewezen plaatsen waar met lokale uitbating of beheer wordt samengewerkt.

Het netwerk zal, na opening, belevingsvoller en toegankelijker worden gemaakt door het stimuleren van nabij gelegen landbouwers, veeartsen en andere ondernemers met interesse in deze markt om in te spelen op het ruiter- en menpubliek. Dit kan gebeuren door een infomoment.

Na de realisatie van het netwerk in de Oostelijke Kempen, zal in een laatste fase de verbinding worden gemaakt met het Taxandria-netwerk via Arendonk enerzijds, en met het netwerk de Merode anderzijds. Deze verbindingen zijn gepland in 2013. Verder zal de vermarkting en de oplading van het netwerk worden opgebouwd d.m.v. onder andere een suggestieboekje en arrangementen. Deze luiken zijn niet mee opgenomen in deze projectaanvraag.