Kennis van de stikstofbehoefte per aardappelras is de uitgangsbasis van een juist bemestingsadvies. De huidige stikstofbehoefte van veel geteelde aardappelrassen is nog te vaak gebaseerd op een optimale opbrengst aangezien de kweekbedrijven tot voor kort minder rekening hielden met de gevolgen op milieukundig vlak.
In een wetgevend kader waarbij bemestingsnormen steeds lager worden, is een juiste rassenkeuze een manier om de aardappelteelt financieel rendabel te houden, namelijk door een goed evenwicht tussen opbrengst en nitraatresidu. Momenteel wordt nog te vaak gesproken over een algemene stikstofbehoefte per rijptijd van een ras (vroeg versus laat). Een praktisch overzicht van de diverse stikstofbehoeftes per ras betekent een meerwaarde voor de aardappelsector.
Dit demonstratieproject heeft drie doelstellingen:
- Het bepalen van de werkelijke stikstofbehoefte van de meest voorkomende aardappelrassen in Vlaanderen en dit voor verschillende grondsoorten.
- Het vergroten van het bewustzijn bij aardappeltelers en andere actoren in de keten van verschillen in stikstofbehoeftes van aardappelrassen.
- Het informeren van adviesbureaus over de werkelijke stikstofbehoefte per ras en hen erop attent maken dat het aardappelras belangrijk is voor een adequaat bemestingsadvies.
Om de doelstellingen te realiseren, worden de volgende acties ondernomen:
- Aanleg van demoproeven met verschillende stikstoftrappen voor de evaluatie van de stikstofbehoefte van verschillende aardappelrassen op verschillende grondsoorten, door bepaling van opbrengst, sortering, kwaliteit en nitraatresidu; de focus ligt op laatrijpe rassen aangezien de problematiek van nitraatresidu bij deze rassen het grootst is.
- Opmaak van een digitale gids ‘Rasspecifieke N-behoefte’ met een praktisch overzicht van de verschillende stikstofbehoeftes per ras.
- Een bewustwordingscampagne voor aardappeltelers, adviesbureaus en de bredere aardappelsector om hen te informeren over de rasverschillen.
Projectpartners: Viaverda, PIBO Campus
België