Plan(t) klimaatadaptieve gemeentes in Oost-Vlaanderen

Programmaperiode
PDPO III-projecten + projecten overgangsperiode ('14-'22) en Europese projecten
Maatregel
Versterken omgevingskwaliteit en vitaliteit van het platteland door samenwerking
Thema
Gezamenlijke actie met oog op klimaatmitigatie en -adaptatie en gezamenlijke benaderingen van milieuprojecten en geldende milieupraktijken
Provincie
Oost-Vlaanderen
Beginjaar
2020
Projectkost
€98.913,90
Promotor
BOS+ Vlaanderen
Periode
-
Situering

In dit project zetten we in op leefbare en klimaatadaptieve dorpen op het platteland, door de positieve effecten van vergroening een plaats te geven in de gemeente. Hierbij kijken we zowel naar de woonkernen als de landbouwzones binnen het gebied. In 5 gemeentes verspreid over de provincie zullen we in een eerste fase de klimaatproblematiek in kaart brengen via een desktopstudie: hitte-eilandeffect, erosie, biodiversiteitshotspots en het verlies hiervan, droogte- en overstromingsrisico͛s, etc. Dit wordt aangevuld door terreinbezoeken en overlegmomenten met lokale experten en andere actoren. Door middel van het participatief traject kunnen we dieper ingaan op de lokale problemen én opportuniteiten. Bovendien kan zo aandacht besteed worden aan bewustwording van de lokale actoren inzake de heersende en toekomstige klimaatproblematiek, zodat er van daar uit samen naar oplossingen kan worden gezocht met voldoende draagvlak. In de volgende fase zetten we in op het daadwerkelijk uitwerken en realiseren van enkele pilootprojecten die de woonkern(en) en landbouwzone(s) robuuster maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. We denken hierbij aan vergroeningsstrategieën van straten, schoolpleinen, tuinen en aanplanten van bomen en hagen (toepassing van agroforestry) in de landbouwzone. 

Doelstellingen
  1. We focussen op een leefbare bebouwde omgeving. Dit is een plek waar veel mensen samen wonen en werken. Hier treden vaak problemen op die een gevolg zijn van verharding, zoals het hitte-eiland effect. Dit heeft dan weer een negatief effect op de algemene gezondheid van mensen die er dagdagelijks wonen en werken. We willen de groenblauwe netwerken optimaal aanwenden in deze omgeving om op een duurzame manier in te kunnen inspelen op de effecten die de klimaatopwarming met zich meebrengt.
  2. We zetten in op dynamische landbouwzones, die robuuster zijn tegen klimaatverandering. Deze klimaatverandering resulteert in extremere weerscondities, zoals lange droogteperioden, extreme neerslag, stormen met hoge windsnelheden. Door de toepassing van agroforestry in de landbouwzone kunnen deze negatieve effecten afgezwakt worden, zodat de landbouwgewassen (en het vee op de weide) beschermt worden hiertegen.
  3. We kiezen voor een geïntegreerde aanpak in 5 gemeenten die verspreid over de provincie gelegen zijn. Enerzijds zullen we via overlegmomenten met de gemeente en de selectie van pilootzones een gedetailleerde inventaris maken van de aanwezige probleemzones met mogelijke oplossingen. Anderzijds trachten we deze problemen niet ad hoc aan te pakken, maar zullen deze in een grotere context geplaatst kunnen worden, zowel op het niveau van de gemeente als op het provinciale niveau. Omdat we parallel in meerdere gemeenten werkzaam zijn, kunnen we de informatie bundelen over de gemeentegrenzen heen en generiekere oplossingen aanreiken die in meerdere gebieden van toepassing kunnen zijn. Door middel van een gezamenlijke startvergadering en openingsevents wordt het uitwisselen van informatie tussen de gemeenten aangemoedigd. Tot slot worden algemene aanbevelingen ('lessons learnd' & 'best practices') opgesteld waarmee andere gemeenten (binnen en buiten de provincie) ook aan de slag kunnen. 
  4. Minstens even belangrijk is het lokaal draagvlak voor de gekozen terreinrealisatie. Deze realisatie zal in eerste plaats een verandering inhouden ten opzichte van de huidige situatie en dit moet bovendien op langere termijn ondersteund worden door de omgeving (mensen die er wonen en werken). Het is bijgevolg cruciaal om deze stakeholders al in een vroeg stadium te betrekken bij het identificeren van problemen en het zoeken naar de meest geschikte oplossingen. Dit zit in het project vervat door middel van participatieve trajecten met deze stakeholders voor een aantal pilootzones. Tot slot is het belangrijk dat zij zelf bijdragen aan de realisatie van de gekozen oplossing (vb. organisatie van plantdagen met de buurt), zodat er eveneens een betrokkenheid is met het eindresultaat. 
  5. We opteren voor multifunctionele oplossingen door steeds in een ruimere context te kijken. Voor de zones en noden die in de eerste fases van het project geïdentificeerd worden, zoeken we naar realisaties die een geïntegreerd antwoord kunnen bieden op meerdere problemen én die extra voordelen kunnen geven. Zo kan het efficiënt inzetten van groenblauwe netwerken - tegelijkertijd - tal van positieve bijdrage leveren:
  • Het temperen van hogere temperaturen.
  • Gezondheid (zie vb. 'Dokter Bos' op https://www.bosplus.be/nl/dokter-bos).
  • Habitats en corridors voor fauna en flora, resulterend in een grotere biodiversiteit.
  • Voorkomen en bestrijden van plagen (in de landbouwzone).
  • Regulerende werking op het water. Hierbij kan er bij de soortenkeuze voor de aanplantingen extra ingezet worden op de specifieke noden van de omgeving (nat, droog, soort bodem).
  • Windscherm dat landbouwgewassen, speelzones, parken afschermt van rukwinden.
  • Zuiveren van lucht.
Uitvoering

BOS+ Vlaanderen

Adres

9090 Melle
België

Kristien Ooms

9090 Melle
België

Delen: