Door het wijzigende klimaat is het essentieel om de gekende werkwijzen en teeltplannen aan te passen alsook de klassieke landbouwmachines. De operationele groep "PolderOntploegd" wil de gewoonte van winterploegen, en in het najaar toedienen van dierlijke mest, doorbreken. De voordelen van deze klassieke werkwijze vervallen immers wanneer de winters in de toekomst steeds milder worden. Om deze gewoontes te doorbreken moet de praktische toepassing van niet-kerende bodembewerkingen in poldergronden, na de winter, verhoogd worden. Niet-kerende bewerking wordt al toegepast op andere bodemtypes, maar de zware poldergronden vormen een unieke situatie. Hier zijn deze bewerkingen extra belangrijk omdat grondverdichting makkelijker optreedt in natte/vochtige omstandigheden. Niet-kerende bodembewerking faciliteert een opbouw van koolstof in de bovenste bodemlaag, wat resulteert in een verbeterde bodemstructuur en weerbaarheid, een lager brandstofverbruik en een verhoogde waterinfiltratie. Het achterwege laten van winterploegen en dierlijk bemesten in het najaar zorgt ook voor een verlaagde nitraatuitspoeling in de winter. Dit project faciliteert dus klimaatadaptatie alsook klimaatmitigatie.
De doelstelling van dit EIP-Innovatieproject is het in samenwerking met landbouwers onderzoeken van de toepassing van niet-kerende grondbewerkingen in poldergronden na de winter. Hiervoor worden gepaste machines en teeltplannen gezocht, en waar nodig optimalisaties doorgevoerd.
In een eerste fase zal er nagegaan worden wat de vereisten zijn voor niet-kerende grondbewerkingsmachines en teeltplannen voor de toepassing in poldergronden na de winter. Na deze analyse worden de geselecteerde machines getest en wordt nagegaan of de machines voldoen. Er wordt bekeken welk type machine het best past bij welk teeltplan, en of niet kerend werken op die manier haalbaar is in poldergronden. Verschillende demovelden zullen aangelegd worden waarbij gangbare bodembewerking vergeleken wordt met niet-kerende bodembewerking. Aanbevelingen en aandachtspunten op vlak van de machines en teeltplannen worden geformuleerd.
België
Project partners:
7 landbouwbedrijven, Katholieke Hogeschool VIVES, Bert Vandergeynst.