Het gaat vaak om kerken in kleine plattelandskernen. Deze kerken zijn meestal heel beeldbepalend omdat de kleine dorpen er zich historisch rond ontwikkeld hebben en omdat hun torens het landschap schragen. het vinden van andere bestemmingen (zowel in nevengebruik als bij herbestemming) ligt bovendien op het platteland niet voor de hand, niet in het minst omdat de financiële draagkracht van de plattelandsgemeenten erg beperkt is en de mogelijkheden om gemeenschapsfuncties te integreren in deze gebouwen dus niet vanzelfsprekend. Ook de private sector heeft voor deze complexe gebouwen weinig belangstelling. Bijna al deze gebouwen staan ook op de inventaris bouwkundig erfgoed, een heel aantal zijn ook beschermd als monument. Dat maakt ze architecturaal interessant en dus veranderingsprocessen niet meteen gemakkelijker. Niet alleen de bouwfysische situatie vormt een uitdaging, vaak is ook het roerend erfgoed mee bepalend voor de mogelijkheden om een kerk een andere toekomstige functie te geven. Het gaat hierbij zowel om vast als los meubilair, maar ook allerlei kunstschatten die onderdeel uitmaken van het interieur.
De centrale doelstelling is oplossingen vinden voor de toekomst van beeldbepalende gebouwen, die zowel stedenbouwkundig, architecturaal als sociaal van grote betekenis zijn. Zeker in een plattelandscontext waar het vinden van nieuwe functies in hoofd- of nevenbestemming minder vanzelfsprekend is dan in een stedelijke omgeving.
Westvlaamse intercommunale WVI
West-Vlaanderen
België
8310 Brugge
België