Landbouw prominent in de kijker tijdens het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
Van 1 januari tot 30 juni 2024 is België voorzitter van de Raad van de Europese Unie waar de vakministers van alle EU-landen samenkomen om wetsvoorstellen te bespreken. Voor de bevoegdheid landbouw speelde het Agentschap Landbouw en Zeevisserij een belangrijke rol.
Vanuit deze bevoegdheid werd ingezet op de volgende krachtlijnen:
Krachtlijn 1: Naar een Europees voedselbeleid
We werkten voor een Europees voedselbeleid waarbij voedselzekerheid en -onafhankelijkheid, en weerbaarheid van de sector gegarandeerd zijn. Ook focusten we op het aanpakken van actuele en toekomstige uitdagingen, en deelden we goede praktijken onder de lidstaten.
Krachtlijn 2: Verduurzaming van de landbouw
Zowel op economisch, sociaal als ecologisch vlak werkten we rond verduurzaming van de sector. Zo streefden we naar maatschappelijke erkenning voor landbouwers en de sociale functie van boerderijen. Ook werkten we rond de ‘van boer tot bord’-strategie en de overgang naar een duurzame voedselproductie met een eerlijke verdeling van kosten, baten en risico’s doorheen de voedselketen. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zette ook in op het veranderen van consumptiepatronen. Dit heeft namelijk het grootste potentieel op het vlak van milieu- en gezondheidswinsten. Tot slot behandelden we de thema’s toegang tot landbouwgrond en kapitaal, en de instroom van jonge landbouwers.
Krachtlijn 3: Innovatie
Op het vlak van innovatie stimuleerden we digitalisering, multidisciplinariteit, en datagedreven en innovatieve bedrijfsvoering. We hadden hierbij aandacht voor circulair denken en informatiedeling. Ook hier deelden we goede praktijken onder lidstaten.
Een drukke agenda
Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zat tijdens het Belgisch Europees voorzitterschap heel wat vergaderingen voor en was nauw betrokken bij heel wat andere overlegmomenten.
Op het hoogste niveau vond maandelijks de vergadering van de Raad van de Europese Unie plaats, waarbij de federale landbouwminister David Clarinval het landbouwgedeelte voorzat. De voorbereiding hiervan lag grotendeels bij de gewesten. In dit kader organiseerde Vlaanderen samen met de Waalse en federale overheid de Informele Raad Landbouw in Limburg waar het thema ‘Strategische eiwitautonomie’ centraal stond. Op het diplomatieke niveau was er bijna wekelijks een bijeenkomst van het Speciaal Comité Landbouw (SCL). Het Speciaal Comité Landbouw bereidt de Raad van de Europese Unie met betrekking tot landbouw voor, en is een bevoegdheid van de gewesten. De Vlaamse landbouwattaché was voorzitter van het SCL.
Op het niveau van het Speciaal Comité Landbouw waren er enkele dossiers die prominent aanwezig waren op de agenda. De maand januari stond voornamelijk in het teken van de onderhandelingen met het Europees Parlement en de Europese Commissie (‘trilogen’) over de herziening van bepaalde ‘Ontbijtrichtlijnen’. Deze richtlijnen stellen de gemeenschappelijke regels vast voor de samenstelling, verkoopbenaming, etikettering en presentatie van producten die men veelal met het ontbijt associeert. Deze herziening betrof vier van de richtlijnen en was onder andere gericht op het verbeteren van de vereisten voor consumenteninformatie over honing, vruchtenjam (confituur), vruchtensap en gedehydrateerde melk. Vlaanderen was voor dit dossier de voorzitter, maar er was een zeer nauwe samenwerking tussen alle betrokken Belgische administraties. Na één triloog en acht onderhandelingsrondes bereikten we een politiek akkoord.
Tijdens het Belgisch voorzitterschap vonden er ook meerdere landbouwprotesten plaats die de huidige problematieken in de landbouwsector op de kaart zetten De Raad en het SCL hebben zich meermaals gebogen over de crisissituatie in de sector om een antwoord te bieden op de problemen van de landbouwers. Zo bogen beide instanties zich over de voorgestelde maatregelen van de Europese Commissie gefocust op administratieve vereenvoudiging en het versterken van de positie van de landbouwers in de voedselketen. In dit kader werden reeds enkele maatregelen gerealiseerd zoals een gerichte wijziging van de wetgeving van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), de oprichting van een Agri-voedingsketenobservatorium (AFCO) en een enquête bij de EU-landbouwers over administratieve lasten. Wat betreft de wijziging van de GLB-verordeningen, heeft het Belgisch voorzitterschap alles in het werk gesteld om deze zo spoedig mogelijk te realiseren om de druk op de landbouwers en administraties snel te verlichten. Daarnaast bogen de Europese landbouwministers en het SCL zich ook over de meer traditionele agendapunten zoals de marktsituatie voor landbouw in de EU en handel-gerelateerde landbouwvraagstukken. Ook monitorden we de impact van de oorlog in Oekraïne op de EU-landbouwmarkt. Tot slot vond er tijdens de Raad en het SCL in april ook een gedachtewisseling plaats tussen de lidstaten over de jaarlijkse prestatieverslagen van het GLB.
Vlaanderen zat ook de raadswerkgroepen ‘Geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen’, de ‘Productie en marketing van plantaardig en bosbouwkundig teeltmateriaal’, ‘Equivalentieprocedures voor zaden met derde landen’, ‘New Genomic Techniques’, ‘Landbouwproducten’ en ‘Wijn en alcohol’ voor.
Raadswerkgroepen vervullen een beleidsvoorbereidende taak door het op technisch niveau bespreken en onderzoeken van wetsvoorstellen van de Europese Commissie. Ook werkten we intensief op het pesticiden-dossier gedurende de eerste maand van het Europees voorzitterschap. De Europese Commissie trok dit dossier uiteindelijk in. Andere Raadswerkgroepen bereidden de posities van de Europese Unie voor die op internationale fora zoals de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties verdedigd worden.
Succesvolle evenementen
Onder het Belgisch Europees voorzitterschap organiseerde Vlaanderen in samenwerking met federale en Waalse collega’s ook een aantal conferenties en seminaries met betrekking tot landbouw.
Samen met de Waalse en federale overheid legden we de lat hoog door de organisatie van de ministeriële openingsreceptie na de eerste Raad Landbouw en Visserij in januari. Dit diende als aftrap van het Belgisch Europees voorzitterschap voor het thema landbouw. We verwelkomden de ministers bevoegd voor landbouw en visserij van de lidstaten van de Europese Unie en hun medewerkers in het Egmontpaleis in Brussel. Daar deden we de krijtlijnen van het Belgisch voorzitterschap met betrekking tot landbouw uit de doeken.
Kort hierna volgde het symposium over de toekomst van de landbouw georganiseerd door Vlaanderen. Internationale experts uit de landbouw- en agrovoedingssector, onderzoekers en beleidsmakers verzamelden in Gent om er van gedachten te wisselen. Ondertussen gingen duizenden Europese landbouwers de straat op om hun bezorgdheid te uiten. De conclusies van dit symposium worden gebruikt om een pad uit te stippelen voor de toekomst van de landbouw.
Vervolgens organiseerde Vlaanderen in samenwerking met Wallonië eind februari een technische conferentie in Gent. Beleidsmedewerkers van de Europese lidstaten en de Europese Commissie verantwoordelijk voor het GLB kwamen samen om te reflecteren over het voorbereidingsproces van het huidige GLB. Tegelijkertijd trokken ze lessen voor de toekomst. Ter inspiratie en om het platteland en de landbouw in België te illustreren, brachten de deelnemers aan de conferentie een bezoek aan de tentoonstelling ‘Buitenmensen – De stem van het platteland’.
In maart organiseerden het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken en het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie samen een driedaagse Open Food Conference in Leuven. Met meer dan 600 deelnemers over de drie dagen heen was dit het grootste evenement binnen het landbouwdomein. Deze conferentie gebruikten we om de transitie en verduurzaming van ons voedselsysteem op het menu te zetten van een internationaal publiek.
In mei volgden nog twee technische evenementen die halfjaarlijks plaatsvinden. Eerst stond de directeurenconferentie van de Europese betaalorganen (instanties die instaan voor het beheer van de Europese landbouwfondsen) op de agenda. Deze editie was voornamelijk gewijd aan innovatieve datatechnologieën en het brengen van een positieve, constructieve en toekomstgerichte boodschap. Vervolgens vond de Panta Rhei-conferentie plaats. Dit is een IT-uitwisselingsplatform voor Europese betaalorganen. Hier wisselden IT-vertegenwoordigers ervaringen uit over ontwikkeling en beheer van informatiesystemen voor hun betaalorgaan.
Tot slot organiseerde de Waalse overheid in juni een conferentie voor de directeuren van het GLB in Namen. Wallonië legde gedurende deze halfjaarlijkse bijeenkomst de nadruk op zelfvoorziening (energie, voederproductie en eiwitten) en wat België op dit vlak verwezenlijkt in combinatie met GLB-maatregelen.
Conclusie
Gedurende de zes maanden nadat België het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie overnam van Spanje, is landbouw weer hoog op de Europese agenda terechtgekomen. Vooral de landbouwcrisis die zich uitte in vele protesten bracht problemen in het Europees landbouwbeleid naar voor. Deze protesten oefenden veel druk uit op de Europese Commissie, wat ertoe leidde dat zij een aantal acties ondernam, zoals een aanpassing van de GLB-wetgeving. Door de tijdsdruk moest het Belgisch Europees voorzitterschap snel handelen. Ondanks de aanhoudende landbouwcrisis en de voortdurende complicaties door de oorlog in Oekraïne, kunnen België, Vlaanderen en Wallonië wat betreft het thema landbouw tevreden terugkijken op een geslaagd Europees voorzitterschap met succesvolle raden, SCL-vergaderingen, raadswerkgroepen en evenementen. Nu geven we de fakkel door aan Hongarije. Het landbouwbeleid blijft echter gekenmerkt door verschillende uitdagingen die onze landbouwers beter kennen dan wie ook. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij blijft zich dan ook inzetten voor (h)eerlijk voedsel in Vlaanderen!