De eerste aanvraagperiode voor VLIF-productieve investeringssteun is donderdag opengesteld. Door de versoepelde regels komen meer landbouwers, waaronder boeren in bijberoep, in aanmerking voor steunaanvragen. De nieuwe regels en steunmaatregelen symboliseren de maatschappelijke en politieke vraag naar duurzaamheid en ondersteunen volgens experts het ondernemerschap van jonge boeren. Een keerzijde van de medaille: door de uitbreiding van de pool van kandidaten geraakt de subsidiepot mogelijk sneller op. Naast de traditionele VLIF-tegels komt er ook een speciale geldpot voor maatregelen die de uitstoot van ammoniak verminderen.
Door de late Europese goedkeuring van het Vlaamse strategische plan en aanslepende discussie binnen de regering over de invulling ervan, heeft het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) behoorlijke vertraging opgelopen. Deze week is het eindelijk zover en kunnen de steunaanvragen ingediend worden voor productieve investeringen.
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de VLIF-steun zijn sterk gewijzigd. “De hervorming van de VLIF-voorwaarden had als doel om het ondernemerschap van landbouwers centraal te stellen op het vlak van de bedrijfsvoering en de investeringen die hiervoor nodig zijn”, aldus Luc Uytdewilligen, hoofd van de afdeling ondernemen en ontwikkelen bij het Vlaams Departement Landbouw en Visserij en opsteller van de VLIF-regels.
“De regels zijn inderdaad behoorlijk versoepeld”, beaamt Jacky Swennen, senior agrarisch bedrijfsadviseur bij SBB Accounts & Adviseurs dat landbouwers begeleidt bij de VLIF-aanvragen. Ook het wegvallen van een aantal inkomensvereisten is volgens hem positief en vergroot het aantal bedrijven dat voor de innovatiesteun in aanmerking komt. De versoepelde toegangsmaatregelen schrijven onder andere voor dat de verdiencapaciteit (factorinkomen) minimaal 20.000 euro moet zijn, en minstens een derde van de omzet van een bedrijf moet uit landbouw komen (vroeger lag dat op 90%).
François Huyghe, VLIF-specialist bij Boerenbond, juicht de versoepelde financiële voorwaarden en administratieve lasten toe. Omdat er nu meer inkomen buitenshuis verdiend mag worden (vroeger lag de grens op 12.000 euro) wordt het ook makkelijker voor jonge boeren om gradueel in te stappen in het bedrijf van hun ouders. “Een boerenzoon met overname-ambities moest eerst zijn baan opzeggen en full time in het bedrijf komen, alvorens hij recht had op VLIF-steun. Of neem het voorbeeld van een varkenshouder die door de slechte prijsvorming een baan buitenshuis moest zoeken. Verdiende hij meer dan 12.000 euro, dan had hij geen recht meer op VLIF-steun.
Nadruk op jonge boeren
Beide experts stellen dat jonge boeren, boeren tot en met 40 jaar, bij het opstellen van de nieuwe VLIF-regels duidelijk een streepje voor hebben gehad. Dat blijkt ook uit de nieuwe steunpercentages. Werden investeringen onder de vorige VLIF-regelementen in uitzonderlijke gevallen vergoed tot 40 procent, in het huidige steunpakket zijn er percentages voorzien tot 50 procent. In het geval van de landbouwer onder de 40 jaar komt hier zelfs tien procent bovenop.
Lees het volledige artikel op www.vilt.be
Bron en copyright foto's: VILT, 15 mei 2023