Op basis van de ervaringen tijdens het eerste werkjaar van het GLB-Strategisch Plan 2023-2027 heeft Vlaanderen na overleg met de stakeholders een aantal aanpassingen aangebracht aan het Strategisch Plan GLB 2023-2027.
De Europese Commissie heeft op 21 december 2023 groen licht gegeven voor deze wijzingen. Hieronder vindt u een overzicht van de aanpassingen:
Binnen de conditionaliteit zijn er aanpassingen bij de volgende normen voor een goede landbouw en milieuconditie:
- Winter-voorploegen: voor de norm ‘minimale bodembedekking’ (GLMC 6) wordt in de landbouwstreek Polders en Duinen winter-voorploegen toegestaan vanaf 1 oktober in plaats van 15 oktober. Voor de kleigronden gelegen buiten Polders en Duinen blijft winter-voorploegen pas toegestaan vanaf 15 oktober.
- Norm ‘gewasrotatie (GLMC 7): twee nieuwe vrijstellingen zijn mogelijk. Zo zijn percelen met sierplanten in containers op en in volle grond vrijgesteld van de toepassing van deze norm. Daarnaast is het op met knolcyperus besmette percelen op zandgrond toegelaten om maïs na maïs te telen tot wanneer het perceel vrij van knolcyperus is. Deze percelen moeten dan wel aangemerkt zijn in de verzamelaanvraag. De vrijstelling voor met knolcyperus besmette leem- en kleigronden vervalt vanaf 2024.
- Norm ‘aanhouden van niet-productief areaal’ (GLMC 8): een nieuwe vrijstelling is toegevoegd. Bedrijven met niet meer dan 10 ha bouwland waarvan minstens 50% van het bouwland areaal onder vaste overkapping is, worden vrijgesteld van deze verplichting.
Aanpassingen aan de steunvoorwaarden en/of subsidiebedragen voor ecoregelingen en beheerovereenkomsten zijn doorgevoerd om obstakels bij het toepassen ervan weg te nemen, de opname te stimuleren en zo extra in te zetten op biodiversiteit, klimaat, water- en bodemkwaliteit.
Binnen de ecoregeling ‘voortzetting biologische landbouw’ wordt het subsidiebedrag voor de eerste 5 hectaren van het landbouwbedrijf verhoogd van 200 naar 300 euro/ha waardoor deze regeling toegankelijker en aantrekkelijker wordt voor kleinschalige biologische landbouwbedrijven.
De ecoregeling ‘bufferstrook met graskruiden mengsel’ of ‘bufferstrook met bloemenmengsel’ kan vanaf 2024 ook afgesloten worden langs percelen met blijvende teelten. Vanwege de wateroverlast en de natte weersomstandigheden in Vlaanderen in het najaar van 2023 hebben landbouwers niet altijd de mogelijkheid gehad om de bufferstroken tijdig aan te leggen. Uitzonderlijk krijgen zij de mogelijkheid om de ecoregeling ‘grasbufferstrook langs kwetsbare landschapselementen’, ‘grasbufferstrook langs waterlopen’ of ‘bufferstrook met graskruidenmengsel’ toch af te sluiten op voorwaarde dat deze bufferstroken vóór 1 mei 2024 ingezaaid zijn.
Voor de actie ‘niet-kerende bodembewerking’ binnen de ecoregeling ‘teelttechnische erosiebestrijdende en bodemverbeterende techniek’ wordt het toepassingsgebied uitgebreid naar percelen met een verwaarloosbare erosiegevoeligheid (donkergroene percelen). Het subsidiebedrag voor het toepassen van niet-kerende bodembewerking als ‘teelttechnische erosiebestrijdende en bodemverbeterende techniek’ wordt verhoogd van 60 euro/ha naar 86 euro/ha.
Om rundveehouders aan te zetten tot het toepassen van voedermaatregelen voor het reduceren van enterische emissies, worden de subsidiebedragen voor verschillende voedermaatregelen aanzienlijk verhoogd tot 0,10 - 0,24 euro per dier/dag in functie van de maatregelen. In 2024 kunnen volgende maatregelen toegepast worden: 3-NOP, nitraat in combinatie met geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad, nitraat in combinatie met koolzaadvet, nitraat, geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad voor melkvee en voor vleesvee nitraat.
Steun voor het gebruik van producten met hoog koolstofgehalte, zoals stalmest, compost,… wordt ook mogelijk op blijvende teelten om zo het bodemorganisch stofgehalte te verhogen. Champost wordt als vorm van dierlijke vaste mest toegevoegd aan deze subsidieregeling. Het subsidiebedrag voor het aanbrengen van bedrijfseigen houtsnippers wordt verhoogd van 482 euro/ha naar 602,5 euro/ha. Vanaf 2024 is het mogelijk om ook houtsnippers afkomstig van knotbomen (enkel deze die deel uitmaken van een beheerovereenkomst ‘knotten’), het snoeien van fruit- en laanbomen en het rooien van fruitbomen te gebruiken.
Vanaf 2024 kunnen landbouwers ervoor kiezen om sommige beheerovereenkomsten mee te laten tellen als niet-productief areaal om te voldoen aan GLMC 8. Dit heeft als gevolg dat de vergoeding voor de beheerovereenkomst verlaagd wordt, omdat de landbouwer enkel mag vergoed worden voor de inspanningen die verder gaan dan wat verplicht is binnen de norm ‘aanhouden van niet-productief areaal’ (GLMC 8).
U vindt het integrale aangepaste GLB Strategisch Plan op https://lv.vlaanderen.be/media/8739/download?attachment