Akoestische wildredder in werking op de maaibalk
Foto: Boerennatuur Vlaanderen
Via VLIF Niet-productieve investeringen voor milieu- en klimaatdoelen kan u steun verkrijgen voor de aankoop van een wildredder.
Welke technieken kan je toepassen tijdens het maaien om zoveel mogelijk maaislachtoffers te vermijden? Boerennatuur Vlaanderen zet enkele kleine aanpassingen met grote impact op een rijtje. De organisatie onderzoekt momenteel welke maaimethoden ecologisch en economisch interessant zijn en doet daarom een beroep op landbouwers.
Tijdens het voorjaar, wanneer er voldoende eiwitrijk gras op het perceel staat, start ook het maaiseizoen. Maar soorten zoals de haas, ree, patrijs, kievit, grutto en fazant verschuilen zich in grasland of maken er een nest en lopen hierdoor een hoog risico om een slachtoffer te worden van de maaier. Nochtans kunnen kleine aanpassingen ervoor zorgen dat er veel minder maaislachtoffers vallen.
“Faunavriendelijk maaien” is een verzamelnaam van verschillende technieken die je kan toepassen tijdens het maaien. De kans bestaat dat schuilende of broedende dieren onder de maaibalk belanden omdat ze zich tegen de grond drukken en niet opgemerkt worden of zich te traag uit de voeten maken. In de kadavers van maaislachtoffers leven bacteriën die toxines maken. Wanneer deze in het voeder terecht komen, zorgt dit voor botulisme bij het vee. De dieren raken verlamd of sterven eraan. Redenen genoeg om de fauna in je grasland te beschermen.
1. Gebruik een wildredder
Wildredders zijn hulpmiddelen die ervoor zorgen dat fauna uit het veld wordt gejaagd tijdens het maaien. Er bestaat een akoestische en een mechanische wildredder. Een akoestische wildredder maakt een vreemd geluid dat in tegenstelling tot het geronk van de tractor niet constant is en op die manier dieren verjaagt. Dit toestel is zeer gebruiksvriendelijk en kan je makkelijk aan en uit zetten vanuit de cabine. Het wordt geleverd met een sterke magneet zodat het op de maaier blijft staan.
De mechanische wildredder wordt voor of naast de maaier geplaatst. Het zijn kettingen die door het gras slepen. Hazen, reeën en sommige broedende vogels zullen door de aanraking van die kettingen ervoor kiezen om te vluchten.
2. Maai van binnen naar buiten
In het gangbare maaipatroon worden eerst de buitenrondes gemaaid en dan wordt er van buiten naar binnen gewerkt. Dieren lopen weg van het geluid maar weten niet naar welke kant ze moeten weglopen omdat het geluid eerst van links komt en dan weer van rechts. Op die manier lopen ze zich vast in het midden van het perceel en komen zo toch onder de maaier terecht. Een alternatief maaipatroon zorgt er eigenlijk voor dat de fauna in het veld naar de buitenzijden wordt geduwd. Hieronder enkele voorbeelden van hoe zo’n alternatief maaipatroon er zou kunnen uitzien. Uiteraard is het nodig om per perceel te kijken welk patroon het meest haalbaar en passend is.
Maai bovendien trager, dat geeft dieren meer kans om te ontsnappen aan de naderende maaibalk. Niet alle dieren hebben die vluchtreflex. Zo hebben jonge reekalfjes en broedende vogels vaak de neiging om zich te drukken bij gevaar. Door de rijsnelheid aan te passen, merk je als landbouwer makkelijker het wild en eventuele nesten op. Eromheen rijden of het dier verplaatsen helpt hen ontkomen van de maaier en geeft een hogere overlevingskans. Nesten van kievit verdragen het als je deze tijdelijk verplaatst en na de werkzaamheden terugzet. Om reekalfjes te verplaatsen, gebruik je best handschoenen zodat de moeder haar kalf niet afstoot omwille van de menselijke geur.
3. Laat vluchtstroken staan
Vluchtstroken zijn ongemaaide stukken grasland die niet gemaaid worden zodat het dieren de mogelijkheid biedt om er te schuilen. De breedte van de vluchtstrook is hierbij belangrijk. Aangeraden wordt om een rand of strook van minstens vijf meter breed te voorzien om de kans op predatie zo laag mogelijk te houden.
Een alternatief zijn ingezaaide bloemenranden die voor sommige soorten zoals haas nuttig zijn om naartoe te vluchten. Ook plaatselijke nestbescherming kan, zo zegt een landbouwer uit Berlare: “Ik kan geen volledige vluchtstrook laten staan omdat ik voldoende gras nodig heb, maar om nesten van grutto te beschermen laat ik tien meter op tien meter gras staan als er nest is gevonden.”
4. Maai later
Bij later maaien stel je de maaidatum van de eerste snede uit. Hoe later je maait, hoe meer soorten de kans krijgen om succesvol voort te planten en jongen groot te brengen. Jammer genoeg is er geen ideale datum om goed te doen voor alle diersoorten. Via VLM kunnen er beheerovereenkomsten afgesloten worden die de landbouwers vergoeden om de maaidatum uit te stellen.
5. Werk samen
Door samen te werken met jagers of vrijwilligers kan er vaak veel wild worden gered. Nesten kunnen opgespoord en aangeduid worden zodat er rondom deze plekken kan worden gemaaid. Soms wordt er zelfs gezocht naar dieren in het grasland, zoals reekitsen en broedende vogels, door een drone in te zetten die is uitgerust met een warmtecamera.
Nog een methode waarbij vrijwilligers kunnen helpen is door één of twee dagen op voorhand het perceel faunavreemd te maken door het plaatsen van stokken met daaraan plastic zakken. Het dient ertoe om wild uit het perceel te jagen. Op gebiedsniveau kan je met collega-landbouwers samenwerken. Door verschillende percelen op verschillende tijdstippen te maaien ontstaat er een mozaïek in het landschap van verschillende vegetatiehoogtes. Dat biedt beschutting voor veel diersoorten, maar ook de mogelijkheid om er op zoek te gaan naar insecten als voedsel.
Bron: Vilt, 7 augustus 2023
Lees het artikel op www.vilt.be