Op 15 januari werden 1050 geelgorzen geteld op een 60-tal landbouwpercelen in de Westhoek. En dat is bijzonder, want de geelgors is een van de akkervogels waarvan de populatie in heel Vlaanderen dramatisch achteruit gaat. In de Westhoek kon de achteruitgang van de geelgorzen enigszins gestopt worden, en nam hun aantal zelfs licht toe. Een deel van dat succes is vooral te danken aan de landbouwers, die met steun van beheerovereenkomsten percelen aanlegden waar de geelgors wintervoedsel en dekking vindt.
De zang van het mannetje van de geelgors klinkt als de 5de symfonie van Beethoven. Maar in West-Vlaanderen is de ‘mascotte van de Westhoek’ alleen nog te horen in een smalle strook langs de Franse grensstreek.
Wintervoedsel en nestgelegenheid cruciaal voor de geelgors
Geelgorzen houden van halfopen landschappen, zoals landbouwgebied met heggen en houtkanten. In het broedseizoen hebben ze een veilige plaats nodig om hun nest te maken, en in de winter hebben ze zaden nodig om te overleven. De voorbije jaren legden 59 landbouwers in de Westhoek samen 60 ha percelen aan waar akkervogels wintervoedsel en dekking vinden. Ze sloten daarvoor beheerovereenkomsten faunavoedselgewas met de Vlaamse Landmaatschappij. Dat betekent dat ze die percelen aanleggen voor vijf jaar, en daarvoor een jaarlijkse vergoeding krijgen van de Vlaamse Landmaatschappij.
Meer informatie over de beheerovereenkomsten: www.vlm.be/beheerovereenkomsten
Lees verder op vlm.be
Bron: VLM, 10 februari 2023