Interview Joeri Dewelde

Milieu en klimaat

"Doordat het bodemleven zo rijk geworden is, verdwijnen de plantenresten meteen. De grond is makkelijker te bewerken, neemt beter water op, is minder droog en minder nat. Echt top!"

Joeri Dewelde op een perceel met groenbedekkers

Joeri Dewelde (32) uit Linter startte zes jaar geleden als landbouwer, daarnaast is hij nog brandweerman. In 2019 nam hij het familiebedrijf in handen. Met een frisse, maar ook kritische blik werkt hij aan een gezond bedrijf met een gezonde bodem.

Het landbouwbedrijf werd na het overlijden van de grootvader van Joeri sinds 2004 beheerd door zijn moeder. De werkzaamheden op het bedrijf werden uitbesteed aan een landbouwer in onderaanneming. Nadat de moeder van Joeri uit de hoeve verhuisde, besliste Joeri zijn intrek te nemen en het landbouwbedrijf zelf in handen te nemen. “De eerste twee jaren waren vooral enorm veel leren en overleven. Ik ben er zonder kennis maar met een open blik aan begonnen. Dankzij mijn perfectionisme probeer ik het bedrijf steeds te verfijnen. Na 1 à 2 jaar ‘klassiek’ boeren, zag ik dingen waar ik wel en niet in geloofde. Als landbouwer moet je durven afstappen van het klassieke en je eigen gevoel volgen. Doordat ik niet op het landbouwbedrijf ben opgegroeid en mijn ouders geen landbouwers zijn, was het makkelijker om mijn eigen pad uit te stippelen”, zegt Joeri. 

Vanuit de hoeve zag Joeri fazanten, konijnen en vogels op zijn percelen. Maar toen hij het perceel ploegde, werd het een half jaar stil, zonder dieren. “Ik heb me hierin verdiept en de keuze gemaakt niet meer te ploegen. In die tijd was ik één van de enige boeren in de buurt die deze stap heeft gezet. Niet ploegen zorgt ook voor meer tijd, minder brandstofverbruik en minder machinekosten. Het had geen negatief effect: het perceel werd niet natter, niet droger en de onkruiddruk bleef gelijk. Het bleek de juiste beslissing”, aldus Joeri. Nieuwe technieken of methodes die meevallen, breidt hij stelselmatig uit naar meer percelen. “De laatste twee jaar probeer ik het aantal bewerkingen op mijn percelen zo laag mogelijk te houden en mijn opbrengsten zijn top. Elk jaar doe ik minder en zolang de oogst verbetert of hetzelfde blijft is het een goed teken. We moeten niet rekenen in opbrengst per ton, maar we moeten kijken wat er netto overblijft. Alle inputs moeten meegerekend worden in het verhaal”, zegt Joeri.

Joeri heeft een ruime teeltrotatie van 6 jaar met tarwe, koolzaad, gerst, vlas, ajuinen en aardappelen. De verschillende plantenfamilies zorgen voor een lage ziekte- en plaagdruk, waardoor hij zich kan permitteren om te experimenteren. Hij zaait na de teelten zoveel als mogelijk groenbedekkers in. “Tussen de oogst van koolzaad en inzaai van gerst of tarwe zitten maar acht weken en zelfs daartussen zaai ik complexe groenbedekkers. Op acht weken doen deze meer dan de groenbedekkers die van september tot februari staan.  Eén groeidag in de zomer is er drie ten opzichte van het najaar”, zegt Joeri. Zijn interesse in groenbedekkers wordt alleen maar groter en vooral in de complexe groenbedekkers. Groenbedekkers klepelmaaien doet hij niet meer. Hij schakelde over naar een wals met grote messen, dit bespaart hem tijd en brandstof. “De eerste jaren na de omschakeling bleven de plantenresten langer liggen en moest ik deze nog onderwerken. Nu is er zoveel bodemleven dat het heel snel afbreekt. Zien hoe de resten worden opgenomen door de bodem, daar word ik enthousiast van. Ik vind het belangrijk te weten wat er achterliggend met mijn bodem gebeurt”, zegt Joeri.  “De grond is makkelijker te bewerken, neemt beter water op, is minder droog en minder nat, echt top!”.

Pionieren heeft ook nadelen. Joeri heeft lang gezocht naar advies dat aansluit bij zijn manier van werken. Uiteindelijk heeft hij aansluiting gevonden bij een onafhankelijk adviesbureau in Wallonië. Ook bij de aankoop van machines gaat hij niet over een nacht ijs. “Speciale machines kosten veel geld en als het niet volledig volgens de verwachtingen is, is er een kleinere markt om deze door te verkopen.” De landbouwers in de buurt merken Joeri zijn aanpak op en maken ook stappen. “Ze zien wat ik doe, kijken een tijd de kat uit de boom, en dan beginnen ze toch hier en daar dingen over te nemen. Maar als ik op mijn bek ga, zullen ze het ook snel gezien hebben”, zegt Joeri lachend. 

Hoe moet landbouw in de toekomst evolueren? “We moeten naar een systeem met zo weinig mogelijk gewasbescherming, en het enkel toepassen als het nodig is”, aldus Joeri. Zelf heeft hij geëxperimenteerd met twee percelen koolzaad: één zonder fyto en één met. De opbrengst was op beide percelen hetzelfde. “Dat jaar had ik op beide percelen een recordopbrengst in koolzaad”,  zegt Joeri. Vorig jaar gebruikte Joeri op geen enkel perceel met koolzaad nog fyto en toch bleef de omzet goed. 

Delen: