In juli organiseerde het Europese EU CAP Network een internationale cross-visit van EIP-operationele groepen rond het thema ‘Gebruik van land- en bosbouw reststromen voor het creëren van alternatieve inkomstenbronnen voor land- en bosbouwers’. Verschillende Vlaamse EIP-operationele groepen namen hieraan deel, waaronder Entomoponics en RE-PEAT. Simon Craeye is onderzoeker bij Inagro en vertelt meer over de ervaringen en inzichten die tijdens deze cross-visit naar voren kwamen.
Cross-visit en EIP-operationele groepen
Tijdens de cross-visit kwamen landbouwers en onderzoekers uit operationele groepen uit diverse Europese landen bijeen om kennis te delen over het creëren van nieuwe inkomstenbronnen met reststromen uit landbouw en bosbouw. Ook Vlaanderen was vertegenwoordigd.
“Als onderzoeker in de serreteelten werk ik veel met vruchtgroenten zoals tomaten en komkommers, maar ook met aardbeien. Vanuit deze expertise was ik betrokken bij de EIP-projecten Entomoponics en RE-PEAT die rond dezelfde tijd liepen”, vertelt Simon. “In totaal vertegenwoordigden drie Vlaamse onderzoekers uit verschillende onderzoeksinstellingen EIP-projecten. Zo vertegenwoordigden Bart Vandecasteele van ILVO en Hanne Denaeghel van Viaverda het project RE-PEAT en ikzelf nam deel vanuit het Entomoponics project. Helaas was het voor de telers van de operationele groepen, die de gelegenheid kregen deel te nemen, onmogelijk om in de zomerperiode hun bedrijf meerdere dagen te verlaten.”
Innovaties in de serre: ruimte voor insecten?
“Het Entomoponics-project ontstond vanuit de vraag: kunnen we de ruimte in serres efficiënter benutten en zo rendabeler telen?”, legt Simon uit. Zo ontstond het idee om de ongebruikte ruimte onder de teeltgoten - meestal zo’n 60 à 70 cm - in te zetten voor de kweek van meelwormen. “Meelwormen hebben niet veel ruimte nodig en voeden zich met organische reststromen, die in overvloed aanwezig zijn in serres”, vervolgt Simon. “Anderzijds produceren deze insecten warmte en CO2, wat nuttig is voor de planten in de serre.” Het project richtte zich op drie belangrijke pijlers: technische uitdagingen, het bouwen van een netwerk tussen telers en insectenkwekers, en het testen van pilootopstellingen op de bedrijven zelf. De economische haalbaarheid blijft echter een uitdaging, mede door de nog jonge en dynamische markt voor insecten.”
Hergebruik van veen
In het RE-PEAT-project lag de focus op de aardbeienteelt en het vinden van alternatieven voor veensubstraten, die onder druk staan door hun ecologische impact. “We onderzochten hoe we veen duurzamer kunnen inzetten door het meervoudig te hergebruiken in de aardbeienteelt, maar ook in andere sectoren zoals de sierteelt”, vertelt Simon. “Een belangrijke stap was het verkrijgen van een grondstoffenverklaring via OVAM, zodat deze materialen niet langer als afval worden gezien, maar als grondstof mogen worden hergebruikt. De samenwerking met partners zoals ILVO en Viaverda heeft een sterk netwerk opgeleverd, dat blijft doorlopen in andere projecten”, aldus Simon. Ondertussen is er ook een wetenschappelijke publicatie met heel wat resultaten rond dit project.
Foto 1: Simon Craeye presenteert de operationele
groep Entomoponics © Simon Craeye