Uitgerekend op de Ierse feestdag St. Patrick’s Day ontving varkenshouder Bart De Baerdemaeker uit Mollem (Asse) bezoek uit Noord-Ierland. Het hoofd van de Noord-Ierse landbouwadministratie en haar medewerkster waren geïnteresseerd in de manier waarop landbouwer Bart de ammoniakemissie op zijn bedrijf aanpakt.
Bart De Baerdemaeker is bijna 42 en baat sinds 2012 een gesloten varkensbedrijf uit in Asse. Hij nam het bedrijf in twee stappen over van zijn vader. Bart doet het werk alleen, met de dagelijkse hulp van zijn vader. De echtgenote van Bart werkt voltijds buitenshuis. Het bedrijf heeft nu ongeveer 200 zeugen, biggen en vleesvarkens en een akkerbouwtak van 40 hectaren. “Ons bedrijf is volledig gesloten, we fokken onze zeugen zelf aan. Het enige vreemde dat hier binnenkomt, is het sperma van de vaders”, legt Bart uit.
Emissiearm
In 2012 kwam er een nieuwe zeugenstal waar de kraamhokken en de groepshuisvesting in zijn ondergebracht. Er kwam ook een uitbreiding van het aantal vleesvarkens en een nieuwe vleesvarkensstal. De bestaande stallen werden gerenoveerd en vernieuwd. De nieuwe stallen zijn uitgevoerd met een emissiearme techniek. Voor de vleesvarkensstal is gekozen voor een luchtwasser en de zeugenstal heeft een emissiearm stalsysteem in de mestput.
En het zijn die emissiearme stalsystemen waar de Noord-Ieren erg geïnteresseerd in waren. “Vooral omdat het de landbouwsector is in Noord-Ierland die het meeste ammoniak uitstoot. Daarin verschillen we van de andere delen van het Verenigd Koninkrijk”, zegt Katrina Godfrey, het hoofd van de Noord-Ierse landbouwadministratie. “Daardoor staat onze landbouwsector voor een nóg grotere uitdaging om de emissies te verminderen. Sowieso een heel moeilijk verhaal want boeren doe je evenzeer met je hart als met je hoofd.” In Noord-Ierland zijn er meer dan 2000 melkveebedrijven, dan komen de kippenboerderijen, de rundveehouders en dan de varkenshouders. Het zijn vooral kleinschalige familiale landbouwbedrijven.
Bart De Baedemaeker kreeg voor zijn emissiearme stalsystemen steun van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid via het VLIF (Vlaams Investeringsfonds) binnen de maatregel ‘Productieve investeringen voor verdere verduurzaming op landbouwbedrijven’.
Bart: “Op mijn bedrijf pas ik twee verschillende reductieprincipes toe om de ammoniakuitstoot te verminderen: enerzijds de luchtwasser bij de vleesvarkens waardoor er 70% minder uitstoot is, en dan het emissiearm stalsysteem in de mestput in de kraamstal en de drachtstal (groepshuisvesting) dat samen leidt tot ongeveer 50% minder uitstoot.”
In de kraamstal wordt de ammoniakemissie verlaagd door het emitterend mestoppervlak in de kelder per zeug te verkleinen. Het emitterend mestoppervlak is het contactoppervlak van de mest met de lucht. Dit betekent concreet dat het mestkanaal achteraan het kraamhok een beperkte oppervlakte heeft van 0,8 m². Het voorste deel wordt uitgevoerd als een waterkanaal zodat voederresten en mest van de biggen kunnen afgevoerd worden. In de stal van Bart wordt de mest uit het mestkanaal en het waterkanaal afgelaten in een dieper gelegen mestkelder.
In de drachtige zeugenstal waar de zeugen in groep gehuisvest worden, zijn er in de kelder onder de roostervloer schuine putwanden geplaatst zodat ook daar het emitterend mestoppervlak verkleind wordt.
Biologische luchtwasser
In de vleesvarkensstal koos Bart voor een biologische luchtwasser die de ammoniak uit de lucht wast. Het spuiwater wordt opnieuw gebruikt als meststof op de akkers en heeft dezelfde werking als kunstmest. Hierdoor hoeft het bedrijf bijna geen kunstmest aan te kopen.
Ook om de energiekost te drukken, investeerde Bart volop, onder andere in een warmtepomp voor vloerverwarming bij de biggen, energiezuinige warmtelampen en de vervanging van de bestaande ventilatoren door zuinige frequentiegestuurde ventilatoren. In 2020 investeerde hij in een middenspanningscabine en een uitbreiding van de zonnepaneleninstallatie waardoor 70% van het eigen verbruik zal gedekt zijn.
En noodgedwongen denkt hij er nu aan om te investeren in maatregelen die de everzwijnen tegenhouden want die dieren zijn een gevaar voor de verspreiding van ziektes op het varkensbedrijf. Investeringen op dat vlak vallen onder niet-productieve investeringen waarvoor 30% steun mogelijk is vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Bart doet ook aan antibiotica-reductie op vraag van een retailer waaraan hij levert. “Enkel echt zieke dieren krijgen antibiotica en om hen te onderscheiden van de rest, geef ik hen een ander oormerk.”
Bart stapte met zijn bedrijf ook mee in een project ‘Klimrek’ over de bepaling van de ecologische voetafdruk. “Het onderzoek is nog volop aan de gang, maar ik weet nu wel al dat op dit bedrijf 1 kg varkensvlees gelijk staat aan het equivalent van 3,2 CO2. Eenvoudig uitgelegd: een enkele vlucht van Zaventem naar Singapore, komt overeen met het eten van 940 kg vlees van mijn bedrijf”, stelt Bart. “Ik vind het belangrijk om zo’n dingen te weten en ze dan op een eenvoudige manier aan de mensen te kunnen uitleggen.”
Beide dames van Noord-Ierland waren enorm onder de indruk van hoe Bart dit bedrijf renoveerde en hoe hij de emissie aanpakt. De kennis wordt meegenomen naar Noord-Ierland en daar verder gedeeld.