Een gezonde bodem staat centraal: Het landbouwbedrijf van Stijn De Wulf in de kijker

Milieu en klimaat

Stijn De Wulf runt een gemengd landbouwbedrijf met melkvee en akkerbouw in Ledegem. In 2009 nam hij het bedrijf over van zijn ouders. Tijdens een excursie van het Vlaams Ruraal Netwerk ontmoetten we hem op zijn bedrijf. Het is een gangbaar bedrijf met veel aandacht voor agro-ecologie. Met ongeveer 100 hectare landbouwgrond, waarvan 20 hectare grasland, en 75 melkkoeien, is Stijn voortdurend op zoek naar manieren om zijn bedrijf duurzamer te maken.

“Kruidenrijke graslanden moeten niet onderdoen.”

Na enkele jaren ervaring met grasklaver experimenteert Stijn sinds 2022 met graskruiden. Deze overgang kost tijd. Stijn legt uit: “Als je grasklaver of graskruiden bemest zoals gangbaar grasland dan, gaat dat niet goed. Je moet minderen met kunstmest, want graskruiden hebben dat niet nodig om tot een grote massa te komen.” Momenteel heeft Stijn vijf hectare graskruiden en acht hectare grasklaver. Dit najaar zaait hij nog eens vijf à zes hectare graskruiden in. Op termijn wil hij al zijn graslanden omzetten naar kruidenrijke graslanden. Deze bestaan uit wel 20 plantensoorten zoals weegbree, cichorei en verschillende soorten klaver. De grote diversiteit aan planten benut beter het potentieel van de bodem. Sommige soorten wortelen tot wel 80 cm diep. In tegenstelling tot Engels raaigras, dat oppervlakkig wortelt, geraken deze planten langer aan water in periodes van droogte. “Sinds het inzaaien van de kruidenrijke graslanden hebben we nog geen echt droge jaren gehad, maar ik geloof dat het grasland zelfs dan productief blijft”, zegt Stijn. Verschillende plantensoorten hebben verschillende vereisten in water en nutriënten. Soorten die het door omstandigheden (bv. droogte) minder doen, worden gecompenseerd door andere soorten. Ook in natte periodes moeten kruidenrijke graslanden niet onderdoen voor Engels raaigras. Stijn: “Als je het totale plaatje bekijkt, dan zijn kruidenrijke graslanden voordeliger. Een klassiek grasland met even weinig kunstmest zou minder produceren.” Op termijn zouden de kruidenrijke graslanden genoeg eiwit moeten leveren, waardoor er minder krachtvoer aangekocht kan worden. 

 

Landbouwer Stijn De Wulf aan perceel granen

Stijn De Wulf, landbouwer met een hart voor de bodem en het bodemleven. 

Stijn geeft uitleg over zijn graskruidenmengsel tijdens de excursie van het VRN.

De voordelen van een graskruidenmengsel worden benadrukt tijdens de excursie van het Vlaams Ruraal Netwerk.

“De grond wil bedekt blijven.”

Tijdens de rondleiding komt het motto ‘de grond wil bedekt blijven’ verschillende keren terug. Stijn streeft dit na door meteen na de oogst groenbedekkers in te zaaien. Hij experimenteert ook met het inzaaien van groenbedekkers tussen gewassen. “Tussen de wintergerst hebben we klaver ingezaaid met een kunstmeststrooier. Na de oogst was de bodem al onmiddellijk mooi groen bedekt. Door de bodem te bedekken, onderhoud je hem beter. Zo is er steeds voeding voor het bodemleven. Onbedekte grond, blootgesteld aan uv-licht, verliest zijn bodemleven. Bedekte grond voorkomt ook erosie, zowel van water als wind. Er zijn hier geen grote hellingen, toch is elk perceel vatbaar voor erosie”, zegt Stijn.

 

Koolstof bepaalt de sponscapaciteit van de bodem

Sinds twee jaar bewerkt Stijn zijn gronden exclusief niet-kerend. In combinatie met regelmatig gebruik van stalmest en groenbedekkers zorgt dat voor een gezonde bodem met meer koolstof. “Hoe meer koolstof, hoe groter de sponscapaciteit van de bodem. Maar het is nog te vroeg om grote uitspraken te doen”, zegt Stijn. Toch merkt hij al veranderingen op: percelen waar soms water bleef staan na hevige regen vertonen nu minder problemen. “Het perceel dat het langst niet-kerend bewerkt is en waar dit jaar koolzaad op staat, heeft zelfs tijdens het extreem natte voorjaar geen waterproblemen gehad. Dit perceel is al vijf jaar niet geploegd en je ziet dat al het water in de bodem trekt.”

 

Agro-ecologisch werken is pionierswerk

Stijn ziet een landbouwbedrijf als één grote kringloop. Een betere bodem zorgt voor gezondere planten, dit levert op zijn beurt gezondere dieren op. Deze dieren produceren kwalitatievere melk en zelfs betere mest. De mest komt terug op het veld en verbetert de bodem. Deze kringloop op bedrijfsniveau aanpakken is niet evident en brengt veel kosten met zich mee. Stijn: “Werken volgens agro-ecologische principes stelt men vaak voor als minder handelingen uitvoeren en minder machines gebruiken. Dat is niet altijd zo. Het is nog veel experimenteren en pionierswerk. Momenteel is deze manier van werken een niche in Vlaanderen. Uitwisseling tussen gelijkgezinde boeren is dus heel waardevol voor een landbouwer.”

 

Een meerwaarde op de markt

Om de bijkomende productiekost te dragen, hoopt Stijn dat er in de toekomst een markt ontstaat voor agro-ecologische producten. Consumenten en afnemers spelen hierin een cruciale rol. ’Wij creëren ook een meerwaarde voor de producten, maar in tegenstelling tot biologische producten, is deze meerwaarde bij agro-ecologische producten niet zichtbaar in de rekken’, zegt Stijn. Consumenten zijn vaak bereid een meerprijs te betalen voor biologische producten. Agro-ecologisch geproduceerde producten dragen geen officieel label en moeten concurreren met gangbare producten. 

Delen: